Loender bier – een recept anno 1825

Loender bier flessenEn nu gaan we brouwen met scharlei. Loender bier kwam oorspronkelijk uit Loenen, zoals we in de vorige post zagen. Het komt echter ook voor in de negentiende-eeuwse brouwverslagen van brouwerijt ’t Scheepje in Haarlem. In 1817 werd Loender bier daar gemaakt van 4% tarwemout, 17% haver, 8% spelt, 21% wintermout (van gerst) en 50% zomermout. Hiervan werden de kwaliteiten 12-gulden, 8, 6, 4 en kuit getrokken.[1]

Meer informatie geeft het brouwboek in 1825:[2]

Een brouw Loender bier 1825

Het werd dus gebrouwen van 50% bruinmout en 50% Fries blankmout. Er werd Gelderse hop aan toegevoegd, de kruiden koriander en scharlei, en kalfspoten om het bier helder te maken. Kijk, dat is informatie waar je wat mee kunt. Als je maar weet hoeveel mout je stort en hoeveel bier je daarvan trekt, dan kun je een ruwe schatting maken van het alcoholpercentage. De verschillende kwaliteiten, variërend van 12-guldenbier tot een nabier (hier ‘kuit’ genaamd), zijn uit te rekenen door ervanuit te gaan dat de geldelijke waarde van zo’n vat bier recht evenredig is met de zwaarte ervan. Deze methode, ‘peilberekening’ genaamd, treffen we met uitgebreide toelichting in het Brouw-boek van de Alkmaarse brouwer Johannes Wahlen uit 1862-1865. Rekenen we een en ander door met de Recipe Builder van Brewer’s friend, dat moet het 12-guldenbier op ca. 9% alcohol hebben gezeten, en het slappe kuit op minder dan 1%.[3]

’t Scheepje brouwde het Loender bier bijna altijd om direct te drinken (‘versch’ bier), in tegenstelling tot het van 100% bruinmout gemaakte Luiks bier, dat ook als ‘durabel’ (bewaarbier) gebrouwen werd. Slechts een enkele keer werd er ook ‘Loender durabel’ bier gebrouwen. Gezien het gebruikte mout moet het amberkleurig of lichtbruin geweest zijn in tegenstelling tot het bruine Luiks bier.

Ergens na 1827 moet het Loender Bier van het assortiment van ’t Scheepje verdwenen zijn. In de brouwboeken vanaf 1847 zien we nog wel simpelweg ‘Versch’ bier dat er in samenstelling op lijkt. De allerlaatste levenstekens van Loender bier komen uit Leiden. In 1853 adverteerde bierbrouwerij De Posthoorn daar met hun ‘Versch Princesse en Loender’-bier terwijl ze ook nog ‘Oud Luiksch en Loender’ maakten.[4] Drie jaar later had een Leidse slijter nog Oud Loender bier uit Rotterdam in zijn assortiment.[5] Daarna was Loender voorgoed een Verloren Bier.

Maar niet meer dus! Op basis van het Haarlemse brouwverslag heb ik een recept gemaakt dat je zo kunt nabrouwen. Je moet enkel die scharlei even zien op te snorren. Er kwam bij mij een leuk lichtbruin bier uit met een typische, maar subtiele scharleismaak. Ik heb hier twee blaadjes gebruikt, neem eventueel meer als je dit vergeten brouwkruid nog duidelijker wilt proeven.

Loender 8-guldenbier anno 1825
Naar: Archieven bierbrouwerij ’t Scheepje, Haarlem.
Voor 20 liter
Moutstorting
Pilsmout 2,75 kilo
Münchenermout donker 2,75 kilo
Toevoegen tijdens koken
Spalter select
(gehele kooktijd)
55 gram
Koriander (15 minuten) 12 gram
Scharlei (15 minuten) 2 bladeren
Kooktijd 60 minuten
Stamwortgehalte (OG) 1064
Eindgehalte (FG) 1016
Alcohol % vol. 6,3%
Vergistingsgraad 75%
IBU (bitterheid) 28
EBC (kleur) 22
Toevoegen na koken
Gist Bovengist, bv, Safale-04 of Safbrew-33


[1] Archief Bierbouwerij ’t Scheepje te Haarlem, inv. no. 197, Noord-Hollands Archief, Haarlem.

[2] Archief Bierbouwerij ’t Scheepje te Haarlem, inv. no. 198, Noord-Hollands Archief, Haarlem.

[3] Berekening gemaakt met behulp van de website brewersfriend.com door voor het gebruikte mout pilsmout te veronderstellen, een efficiëntie van 75% en een dito vergistingsgraad.
[4] Leydse courant 2-12-1853.
[5] Leydse courant 13-8-1856.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *