Het Biermuseum Kampen: een factcheck

Een uitstalling van wat het Biermuseum intussen zoal aan parafernalia geproduceerd heeft.Eén vitrine, acht informatieborden, een winkeltje en een ‘Middeleeuws proeflokaal’ ingericht met houten kabelhaspels en fruitkistjes van de veiling in Dronten. Dat is het ‘Biermuseum Kampen’ dat in september 2021 zijn deuren opende. Een uiterst merkwaardige instelling dat ‘Biermuseum’, maar aan zelfvertrouwen ontbreekt het ze in ieder geval niet: het genereert een gestadige stroom foldertjes, boekjes, persberichten, met acteurs in Middeleeuwse kostuums, proeverijen, rondleidingen, filmpjes, tot liedjes aan toe. En twee eigen bieren. Maar wat gaat er nou precies schuil achter hun ronkende verhalen? Leer je hier iets over Middeleeuws bier in Kampen, of… juist niet?

Mocht je het niet weten: ik schrijf behalve voor dit blog ook voor een aantal bladen, waaronder Bier Magazine. Voor dat blad mocht ik een tijdje geleden een reportage maken over Kampen, die sfeervolle Hanzestad aan de IJssel. Een bezoek aan café De stomme van Campen, brouwerij Broederscha(a)p, museumschip de Kamper Kogge, allemaal erg de moeite waard.

Op het programma stond ook het Biermuseum aan de Voorstraat. We hebben het bezocht, de fotograaf en ik. Het is een smal, hoog pand in het centrum, erg grondig gerestaureerd maar kennelijk eeuwenoud. Al snel bekroop me echter een onbehaaglijk gevoel: is dit wel een museum? Hebben ze hier wel verstand van biergeschiedenis? Hoeveel geloof moet ik hechten aan wat men hier vertelt?

Het 'Biermuseum' heeft de rode loper uitgerold voor de argeloze bezoeker.Een beetje museum heeft een collectie, een verzameling spullen. Dit biermuseum niet. Er is zoals gezegd één miezerige vitrine met wat oude opgegraven spulletjes, maar die hebben ze in bruikleen van de gemeentelijke archeologische dienst. Ze vertellen er een verhaaltje bij en er hangen wat informatieborden, en op de inhoud daarvan ga ik zometeen nader in. En er is dat proeflokaal, en dat is hier kennelijk het belangrijkste.

Tot voor kort stond er nog op de website van het museum dat je het voor € 3,50 kon bezoeken, en met een museumkaart gratis. Die tekst is verdwenen: je moet nu kennelijk een arrangement met proeverij boeken om überhaupt binnen te geraken. Dat kost € 12,50 (tot voor kort nog slechts € 8,50) per persoon en daar krijg je dan maarliefst twee bieren voor. Maar je kunt ook voor een tientje extra een ‘Heerlijke Hanze’-arrangement doen met drie bieren en wat knabbels. En dan op weg naar buiten in het winkeltje ook nog even voor € 45,00 een luxe pakket in gelimiteerde oplage ‘Hanze Experience’ kopen, met daarin een driekwartliterfles tripel en een handgemaakte replica van een Middeleeuwse bierpul met een gesigneerd echtheidscertificaat. Wie wil dat nou niet?

In de uiteindelijke reportage in Bier Magazine heb ik er niet veel woorden aan vuil gemaakt. Als je niks positiefs te melden hebt, zeg dan liever niks. Gelukkig heb ik voor dit blad heel vaak positieve verhalen over prachtige brouwerijen en leuke musea mogen schrijven. Maar ik voelde de behoefte om juist in dit geval bij uitzondering op mijn blog nader op dit Kamper ‘Biermuseum’ in te gaan. Kijk, of bovenstaande geldbedragen in verhouding staan tot het gebodene, daar mag je je eigen mening over hebben. Ik wil nu vooral kijken naar het historische verhaal dat men er vertelt. Immers, een echt museum doet serieus onderzoek naar zijn onderwerp, en presenteert dat allemaal op een enigszins verantwoorde manier. Doen ze dat daar aan de Voorstraat in Kampen ook? Lees verder…

Van kunst naar bier
...en het bijna geheel heropgebouwde pand van het 'Biermuseum' anno nu. Zoek de verschillen: Voorstraat 20 te Kampen in het jaar 1993.... (bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)Het ‘Biermuseum’ bestaat zoals gezegd nog niet zo lang als zodanig. Tot het jaar 2000 stond op dit adres, Voorstraat 20, een deplorabele bouwval, waarvan alleen de muren nog overeind stonden. Na een zeer, zeer grondige restauratie, noem het gerust een algehele herbouw, kwam het oorspronkelijk 15e-eeuwse pand in handen van een stichting die er onder de naam ‘Huys der Kunsten’ twintig jaar lang een expositieruimte voor moderne kunst uitbaatte.[1]

De deur van de expositieruimte werd echter niet bepaald platgelopen, vandaar dat men in 2016 een plan opstelde met als doel om een heus museum te worden – een kunstmuseum wel te verstaan.[2] Als uitdrukking van de nieuwe koers organiseerde men in 2019 de expositie ‘Hart van de Handel’, die een beeld moest geven van de geschiedenis van het pand Voorstraat 20.[3] En daar nam men ineens een vreemde afslag: de tentoonstelling introduceerde de figuur van koopman Henrick Aeltsz, gespeeld door een lokale acteur in historisch kostuum. Aeltsz moest de 15e-eeuwse bewoner van het pand voorstellen, die naast koopman en burgemeester ook bierbrouwer zou zijn geweest. En nu ze toch bezig waren, lanceerde het Huys der Kunsten onder de naam Stadsbrouwerij Kampen ook meteen een eigen bier, genaamd Kamper Trots.[4]

Ergens in die periode heeft het Huys der Kunsten de plannen voor een kunstmuseum in de prullenbak gegooid. Kunst? Nee, we worden een biermuseum![5] Ze lieten er geen gras over groeien: in juni 2021 werd alvast een tweede bier gepresenteerd, Kamper Vreugd, dat gebaseerd zou zijn op een bier van twee kleindochters van Henrick Aeltsz, voor de gelegenheid tot leven gewekt door twee actrices. Op Open Monumentendag 11 september 2021 werd dan het Biermuseum geopend. Een laatste nieuwigheid volgde in februari 2022, toen een serie replica’s van een eerder door archeologen op het terrein aangetroffen 14e-eeuwse bierpul werd gepresenteerd.

Henrick Aeltsz, bierbrouwer
Kampen in de 16e eeuw, toen de kleindochters van Henrick Aeltsz zogenaamd actief waren als brouwsters. Kaart van Jacob van Deventer, bron: Biblioteca Nacional de España.Okee, laten we nu dan eens kijken naar wat het ‘Biermuseum’ over zichzelf vertelt. De verhaallijn gaat ongeveer zo: als succesvol koopman zou Henrick Aeltsz in de 15e eeuw hier het eerste stenen huis van de stad gebouwd hebben.[6] Zogenaamd tot hoon van de overige Kampenaren, die zwoeren bij het bouwen in hout. Hierbij noemt het Biermuseum het jaar 1440 als bouwjaar.[7] Aeltsz zou bovendien van 1440 tot 1480 burgemeester van Kampen geweest zijn.[8]

Verder was Aeltsz ook bierbrouwer, dat baseert men tenminste op de vondst van hopzaden in de tuin door stadsarcheoloog Alexander Jager in 2001.[9] Vervolgens stelt men dat brouwen in 15e-eeuws Kampen alleen mogelijk was met een ‘hopvergunning’ of ‘brouwvergunning’, en dat Henrick Aeltsz in zijn hoedanigheid als burgemeester zichzelf zo’n vergunning toekende. Daarmee zou Voorstraat 20 een van de oudste brouwerijen van de stad zijn.[10] Zijn bier stond verder model voor het eerste bier van het museum, Kamper Trots. In het uitgegeven stripverhaaltje wordt zelfs beweerd dat Aeltsz als eerste in Kampen bier brouwde en dat de Kampenaren tot dan toe (vervuild) water dronken.[11]

Tot slot had Henrick Aeltsz dan nog twee kleindochters, Gese en Johanna Winter, die in de brouwerij van hun grootvader zouden hebben gewerkt. Het verhaal wil dat Gese niet wilde trouwen en in plaats daarvan haar leven lang in de brouwerij bleef werken, waar ze samen met haar zus een eigen bierrecept zou hebben ontwikkeld, waar het tweede bier Kamper Vreugd op zou zijn geënt.[12]

Dit is overigens alles – verder leer je in het ‘Biermuseum’ niets, maar dan ook niets over de geschiedenis van bier in Kampen of Nederland in het algemeen.[13]

Het verhaal ontleed
Onthou dus even bovenstaande. Bier ‘naar origineel recept’ van Henrick Aeltsz, eerste stenen huis van de stad, hopzaden in de tuin, brouwvergunning. Van deze verhaallijn beweert het Biermuseum dat het gebaseerd is op ‘zorgvuldig en langdurig onderzoek’.[14] Maar is dat ook zo? Hoe komen ze eigenlijk bij dit verhaal?

Welnu, kennelijk is er voor die expositie in 2019 wat onderzoek verricht door kunstenares en theatermaakster Nelleke Nieuwboer. Verder heeft men samengewerkt met stadsarcheoloog Alexander Jager, onder meer schrijver van het boek Middeleeuws Kampen uit 2015. Toen ik er echter bij het Biermuseum naar vroeg, werd mij verteld dat er van dat onderzoek van Nelleke Nieuwboer helemaal geen schriftelijk verslag bestaat. O nee?

Van een echt wetenschappelijk onderzoek is ook geen sprake geweest, meldde Elise van Heck, directrice van het Biermuseum mij telefonisch, ‘daar hebben we ook helemaal geen geld voor.’ Ach zo? Alsof deugdelijk historisch onderzoek altijd geld moest kosten. De connectie met het bier legt mevrouw Van Heck geheel bij stadsarcheoloog Alexander Jager: ‘Die kwam met het bier en de hopzaden aanzetten, Nelleke heeft daar helemaal geen onderzoek naar verricht.’[15]

Vervolgens vroeg ik om opheldering bij Alexander Jager. Die trok per e-mail meteen zijn handen er vanaf: ‘Ik doe op dit moment geen historisch onderzoek meer.’ Dat kan zijn, maar Jager is wel degelijk bij het biermuseum betrokken gebleven. In februari 2022 was hij er nog aanwezig bij de presentatie van een replica van een Middeleeuwse bierpul.[16]

Hoe dan ook, ik werd dus het bos ingestuurd. Een directe onderbouwing van de met al die poeha omgeven feiten rond Henrick Aeltsz kon het biermuseum mij niet geven. Dus ging ik zelf maar op onderzoek uit. Ik toog wederom naar Kampen, om al die fantastische claims nog eens te nader bekijken.

Raadslid, schepen, burgemeester
De schepenzaal van het stadhuis van Kampen, waar ook Henrick Aeltsz vertoefd zal hebben. Bron: Wikimedia Commons.Laten we om te beginnen eens kijken naar de persoon van die Henrick Aeltsz. Daar was gelukkig nog wel iets over te vinden. Was hij ‘burgemeester van Kampen van 1440 tot 1480’? Niet echt. De man was tussen de jaren 1447 en 1480 een aantal keer raadslid. In 1475, 1477 en 1479 was hij ook nog schepen (een soort wethouder).[17] Het dagelijks bestuur van het schepencollege was in handen van twee burgemeesters, een post die elk jaar rouleerde. In 1458 was Henrick Aeltsz inderdaad één van de twee burgemeesters.[18] Okee, het biermuseum heeft dit héél erg versimpeld, maar er zit een soort kern van waarheid in.

Was hij ook eigenaar van het pand met het huidige adres Voorstraat 20? Ik kon niet achterhalen waar men dat op baseert, maar dit wil ik nog wel aannemen. Men zal ergens onderzoek hebben gedaan op een plek waar ik niet gezocht heb. Aeltsz bezat verder nog een pand aan de Burgwal, dus waarom niet aan de Voorstraat.[19]

Bouwde hij op Voorstraat 20 het eerste stenen huis van Kampen? Dat niet. Hoe komen ze er in vredesnaam bij? Bij bouwhistorisch onderzoek in 1997 werden de schamele resten van het pand gedateerd op eind 15e eeuw. Ja, het buurpand Voorstraat 18 werd vermoedelijk al eind 14e eeuw in steen gebouwd, maar dat is bij de buren.[20] In werkelijkheid treffen we de eerste stenen huizen in Kampen aan begin 14e eeuw. Ruim een eeuw vóór Henrick Aeltsz en zijn Voorstraat 20.[21]

Hopzaden
De hopplant en zijn zaden. Aangetroffen op Voorstraat 20... of bij de buren? Bron: Wikimedia CommonsDan de bewering dat die Henrick Aeltsz bierbrouwer was, en Voorstraat 20 een brouwerij. Dat lijkt enkel gebaseerd op het feit dat stadsarcheoloog Alexander Jager in 2001 hopzaden in de tuin gevonden zou hebben. In publicaties van en over het Biermuseum wordt dit steeds maar weer herhaald. Meer bewijs, bijvoorbeeld in de vorm van archiefstukken, lijkt niet voorhanden.

Maar ja, wat zegt dat, een handje hopzaden? De verbouw van hop hoeft immers nog niet op het brouwen van bier te wijzen. Middeleeuwers konden immers ook hop in hun tuin hebben vanwege de geneeskrachtige eigenschappen, of wellicht om aan een bierbrouwer te verkopen. De echte teelt van hop voor brouwerijen vond echter veelal buiten de stad plaats. In Kampen is in 1325 al een hopveld buiten de muren bekend, een feit waarvan ze bij het biermuseum niet op de hoogte lijken.[22]

Okee, hopzaden in de tuin van Voorstraat 20. Maar zelfs dát blijkt niet te kloppen. In 2001 werden de percelen Voorstraat 18 en 20 archeologisch onderzocht, voorafgaand aan de nieuwbouw op nummer 18 en de ingrijpende restauratie van nummer 20. Hierbij werd op het erf van nummer 18 een beerput aangetroffen en bij nummer 20 twee beerputten, waarvan de inhoud gedateerd kon worden tussen 1450 en 1575. De monsters uit beide beerputten werden vervolgens onderzocht door bureau Biax Consult uit Zaandam.

Dankzij de wonderen van het internet had ik het rapport van Biax in een handomdraai gevonden. Wat blijkt: naast resten van diverse granen, groenten en fruit trof Biax in de monsters kruiden aan als koriander, kruidnagels, anijs, kervel, mosterd, zwarte peper en tenslotte hop. De zes hopzaden waren echter afkomstig uit de beerput achterop het erf van Voorstraat 18 (!). In de monsters uit Voorstraat 20 bevond zich géén hop![23]

Hopzaden op Voorstraat 20? Die waren er niet. Het toch al magere ‘bewijs’ voor het brouwen van bier op deze locatie bestaat niet. Men heeft een heel biermuseum gebaseerd op de vondst van hopzaden bij de buren.

Hopvergunning
Daarmee is het nog niet uit met de foutieve veronderstellingen. Henrick Aeltsz zou zichzelf een ‘hop’- of ‘brouwvergunning’ hebben toegekend. Er is echter nauwelijks bewijs dat er in 15e-eeuws Kampen zo’n vergunning heeft bestaan. In 1411 stelde het stadsbestuur dat iedere burger van Kampen mocht brouwen en tappen wat hij wilde, als hij maar accijns betaalde. Een vergunning was dus niet nodig.[24] In 1479 kreeg ene Rotger Scheere daarentegen expliciet toestemming om hopbier te brouwen, maar waarom is onduidelijk.[25]

Het bestaan van een hop- of brouwvergunning is dus op zijn minst twijfelachtig, en het idee dat Henrick Aeltsz zichzelf er een zou hebben toegekend is niet meer dan speculatie. Desgevraagd meldde mw. Van Heck mij dat het bestaan van zo’n vergunning zou hebben samengehangen met de vorming van een brouwersgilde in Kampen: enkel de leden van het gilde zouden nog toestemming gehad hebben om te brouwen. Dit is echter ook nogal problematisch: voor zover bekend heeft Middeleeuws Kampen nooit een brouwersgilde gehad.[26] Wederom: hoe komen ze erbij?

Naar origineel recept?
Kamper Trots en Kamper Vreugd, de twee zogenaamd 'Middeleeuwse' bieren 'naar origineel recept'.Dan zijn er nog de twee bieren Kamper Trots en Kamper Vreugd, die het ‘Biermuseum’ heeft uitgebracht onder de vlag van ‘Stadsbrouwerij Kampen’. Bieren die ze niet zelf produceren, maar die uit de ketels komen van brouwerij Hettinga uit Zwolle. Deze zouden zijn gebaseerd op Middeleeuwse bieren, of nog preciezer gesteld, ‘naar origineel recept van’ Henrick Aeltsz en zijn kleindochters. Voor dat laatste is er uiteraard sowieso geen enkel bewijs. Neem gerust van mij aan dat die ‘originele recepten’ niet bestaan.

Sowieso is er weinig Middeleeuws aan de twee bieren die het echtpaar Hettinga voor het biermuseum heeft ontwikkeld. Beide zijn gemaakt van de granen gerst en tarwe, en gekruid met hop. Kamper Trots is verder op smaak gebracht met goudsbloem, Kamper Vreugd met vlierbloesem.

We weten echter vrij goed hoe 15e-eeuws bier uit Kampen écht smaakte, en het zal ondertussen nauwelijks meer verbazen dat de bieren van Hettinga daar weinig mee te maken hebben. Het stadsbestuur stelde in de 15e eeuw namelijk diverse brouwverordeningen op. In 1429 bepaalde de stad dat enkel gebrouwen mocht worden met tarwe, gerst en haver, wat in 1437 en 1457 nog werd herhaald. Dat haver een belangrijk brouwgraan was wordt bevestigd in de verordening van 1495, waarin de brouwers moeten beloven hun bier te brouwen met drie mud tarwe, zes mud gerst en negen mud haver, wat in gewichtsprocenten overeenkomt met 23% tarwe, 36% gerst en 41% haver.[27] Die haver ontbreekt echter geheel in de Kamper bieren van Hettinga.

In de 15e eeuw werd het meeste bier met hop gebrouwen, ook in Kampen, waar zoals gezegd in 1325 al een hopplantage bekend is, een van de eerste in Nederland.[28] Goudsbloem en vlierbloesem zijn echter nog door geen enkele onderzoeker in enig historisch Nederlands bier aangetroffen. Beide planten hebben niets met Middeleeuws bier te maken. Voor wat het waard is, in de genoemde beerputten achterop het erf van Voorstraat 18 en 20 zijn ze ook niet aangetroffen. Of je de bieren lekker vindt smaken moet je zelf maar beoordelen, maar als ‘origineel recept’ uit de Middeleeuwen is het puur boerenbedrog.

Verdienmodel
Kampen, een hartstikke leuke stad om te bezoeken. Maar moet je er ook naar het Biermuseum? Mwah... Bron: Wikimedia CommonsWat kunnen we uit het bovenstaande concluderen? Het Biermuseum van het Huys der Kunsten in Kampen presenteert zich met veel aplomb: een museum, eigen bier, proeverijen, acteurs in de huid van historische personages, rondleidingen, kleurwedstrijden, eigen stripboekjes en nog veel meer. Kennelijk baseren ze hier tevens een verdienmodel op, met die proeverijen (overigens zonder horecavergunning) en de verkoop van bier in geschenkverpakkingen.[29]

Tegelijkertijd doorstaat het historische verhaal dat men hierbij opdist, geen enkele kritische toets. Voorstraat 20 was geen brouwerij, Henrick Aeltsz was geen bierbrouwer, de twee bieren hebben niets historisch. Stadsarcheoloog Alexander Jager tipte het Huys der Kunsten over de vondst van hopzaden in de tuin, maar hij was kennelijk vergeten dat dat een deurtje verder was, op nummer 18. Niet slim, maar de mensen van het Huys der Kunsten hebben zijn beweringen ook helemaal niet gecheckt. Sterker nog, men heeft helemaal geen serieus onderzoek gepleegd en is dat kennelijk ook niet van plan. Een echt museum heeft een collectie, het ‘Biermuseum’ heeft, behalve een handjevol archeologische vondsten in bruikleen van de gemeente, helemaal niets.

Er wordt in Nederland zo veel bier verkocht met een zelfverzonnen historisch tintje, is dit dan zo erg? Wat mij betreft wel als men claimt een ‘museum’ te zijn, en dat alles is gebaseerd op ‘intensief historisch onderzoek’. Wat opvalt, is hoe gemakzuchtig en liefdeloos men te werk is gegaan. Het is niet alsof het heel moeilijk is om accurate informatie over het bierverleden van Kampen te vinden (zie ook het kader hieronder). Maar liever verloren de mensen van het Huys der Kunsten zich in het maken van fotoshoots en het produceren van koddige stripboekjes, en natuurlijk het verkopen van door anderen gebrouwen bier. Het is spugen op alles waar een museum voor zou moeten staan. Alsjeblieft lieve mensen van het Huys der Kunsten, ga weer gewoon moderne kunst exposeren en hou op met deze bedrieglijke poppenkast. En voor de lezer, als je eens een écht biermuseum wilt bezoeken, ga eens naar het Biermuseum in Alkmaar, naar museumbrouwerij De Roos in Hilvarenbeek, brouwerij Bosch / De Keizer in Maastricht, de brouwerij in het Openluchtmuseum in Arnhem of het Bierreclamemuseum in Breda. Allemaal van harte aanbevolen.

Ongelofelijk jammer: het Biermuseum van Kampen is vooral een gemiste kans en een getuige van hoe makkelijk onjuiste informatie een eigen leven kan gaan leiden. Goede geschiedschrijving is niet zomaar een mening of het aan elkaar fantaseren van een verhaal. Het is gebaseerd op feiten. Bij het Biermuseum Kampen, voor zover het die naam al verdient, ontbreken deze ten enen male. (Toevoeging: in De Stentor reageerde mw. Van Heck van het Biermuseum op mijn bevindingen: ‘De verhalen die in het museum worden verteld, kloppen dan ook. Ik verzin niks. Ik luister heel goed naar deskundigen, volgens mij werkt het goed.’ Zonder daadwerkelijk op mijn argumenten in te gaan, uiteraard. Dus tja.)[30]

 

Bonus: de echte bierhistorie van Kampen

Bierbrouwen in Kampen in de 15e eeuw, een afbeelding uit het 'Digestum vetus', een boek met de Kamper stadsnotulen uit die periode. Bron: Stadsarchief Kampen.Al vanaf het eerste ontstaan van Kampen zal er bier gebrouwen zijn. Bier was een volksdrank, jong en oud dronken het. Niet zozeer omdat het water ondrinkbaar was, zoals wel eens wordt beweerd, maar meer omdat er weinig alternatieven waren als je iets met een smaakje wou drinken: koffie, thee, frisdrank en sterke drank waren onbekend, sap en melk waren niet houdbaar, wijn was duur.

Al in 1308 wordt ene Johan Rufus als brouwer vermeld.[31] Het bier in Nederland werd toen nog zonder hop gebrouwen, waardoor het maar matig houdbaar was. In plaats daarvan werd bier op smaak gebracht met gruit, een kruidenmengsel met gagel, laurierbes en berglaserkruid uit de Alpen. Het recht om gruit te maken en te verkopen was in Kampen in handen van de bisschop van Utrecht, al besteedde hij dit lucratieve ambt vaak uit aan de stad of aan een privépersoon. Tussen 1318 en 1323 was dit recht bijvoorbeeld in handen van ene Boldewinus Scelewerd, en in 1327 waren het Herman Herinc en zijn vrouw die voor het ‘krut’ (kruid) zorgden.[32]

In de Noord-Duitse Hanzesteden kwam in de 13e eeuw echter een nieuwe manier van brouwen op, met hop. Hop is een snel groeiende klimplant waarvan de bloemen (hopbellen) in bier zorgen voor een prettige bittere smaak en een langere houdbaarheid. De brouwers van Bremen en Hamburg begonnen hun bier te exporteren naar de Lage Landen. Uiteraard moet Kampen als voorname handelsstad een van de eerste plaatsen zijn geweest die kennismaakten met het nieuwe hopbier. In 1325 waren er namelijk al twee vrouwen die van de stad een hopveld pachtten in het Sint-Nicolaasbroek. Dit is de oudste vermelding van hopteelt in Nederland.[33]

In de 15e eeuw werd er in Kampen nog wel gruit gemaakt, maar door de uitstuitbare opkomst van hop zou de gruit uiteindelijk verdwijnen. Hop zorgde voor beter bier en was nog goedkoper ook. Eind 14e eeuw voorzag Kampen grotendeels in zijn eigen bierbehoefte, aangezien er in de stad enkel Kamper bier ingescheept of ontscheept mocht worden, met uitzondering van bier dat van ‘buten dunen’ kwam, ofwel: van overzee.[34] Verder speelden Kamper kooplieden een rol in het vervoer van vreemd bier. Uit bewaard gebleven tolrekeningen blijkt dat rond 1440 Gouds kuitbier, Haarlems kuitbier en Haarlems hoppenbier over de IJssel naar diverse jaarmarkten werden verscheept.[35]

In 1429 legde het stadsbestuur vast dat Kamper bier enkel van tarwe, gerst en haver gebrouwen mocht worden, en in 1495 werden hier specifieke hoeveelheden aan verbonden. Hiermee werd voorkomen dat de brouwers het bier te slap maakten of minder geschikte granen als boekweit of rogge toevoegden.

Dubbel princessebier van De Wereld, de laatste brouwerij van Kampen, die in 1920 zijn deuren sloot. Bron: bieretiketten.nl.Kampen telde destijds tientallen brouwerijen, maar dat zou minder worden, zoals overal in Nederland onder invloed van de populariteit van andere dranken als koffie, thee maar ook brandewijn en jenever. Halverwege de 19e eeuw was er nog maar één brouwerij over: De Wereld aan de Oudestraat. Hier werden bieren als Dubbel Princessebier, Kamper Proef en Extra Stout gebrouwen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog viel het doek, in 1916 werd de productie gestaakt.[36] Precies honderd jaar later, in 2016, werd de naam ‘brouwerij De Wereld’ overigens weer tot leven gewekt door David Lemstra van biercafé De Stomme van Campen. De bieren, waarvan in ieder geval het Princessebier gebaseerd is op een historisch recept, worden gemaakt bij brouwerij De Eem in Elburg.

[1] Saskia Lensink en Anna van der Kruis, Geen oplevering. Dertig jaar Werk in uitvoering, Kampen 2016. In 2003 werd tevens de naburige oude smederij op Voorstraat 16 verworven.
[2] Op weg naar een museum. Beleidsvisie voor de stichting Werk in uitvoering voor de jaren 2016 tot en met 2020, versie juni 2018, gedownload via https://www.huysderkunsten.nl/organisatie/organisatie. In 2018 wijzigde de stichting Werk in uitvoering daartoe haar naam in Museum Huys der Kunsten.

[3] Persbericht op Facebookpagina van het Huys der Kunsten, 27-8-2019.

[4] https://kampernieuws.nl/kamper-trots/; flyer ‘Kamper trots’ uitgegeven door het Huys der Kunsten.

[5] Hart van de handel 2.0. Bierbrouwen in Overijssel door de eeuwen heen, te downloaden via http://www.hartvandehandel.nl.

[6] https://kampernieuws.nl/kamper-trots/

[7] https://biermuseumkampen.nl/

[8] ‘Ventura-acteur Fransen kruipt in huid Kamper burgemeester’, De Stentor 24-5-2019. Op een informatiebord in het Biermuseum zelf noemt men Henrick Aeltsz echter slechts ‘één van de eerste eigenaren’, en worden 1440 en 1480 genoemd als zijn geboorte- en sterfjaar. De door het Biermuseum op verschillende plaatsen aangedragen informatie is onderling niet bepaald consistent.

[9] https://biermuseumkampen.nl/historie/

[10] Alex de Jong, ‘Veertiende eeuws aardewerk stond model voor bijzondere bierpul van Biermuseum Kampen’, https://biermuseumkampen.nl/2022/02/15/2226/

[11] Paul Reichenbach, Kamper trots, Kampen 2020.

[12] Alex de Jong, ‘Kamper bierhistorie herleeft tussen dikke muren van ’t Huys der Kunsten’, Kamper Almanak, jaargang 2022, p. 20-22.
Het verhaal van de twee zussen heb ik verder niet kunnen checken, bij gebrek aan bronvermelding van de kant van het Biermuseum.
[13] In feite dekt de naam ‘biermuseum’ de lading dus niet, de naam is veel te algemeen. Het is alsof je het Anne Frankhuis ‘Het oorlogsmuseum’ zou noemen, of het Van Goghmuseum ‘Het kunstmuseum’.

[14] https://www.huysderkunsten.nl/te-weten/het-jaar-1440-henrick-aeltsz

[15] Vriendelijke medeling mw. Van Heck 25-11-2022.Hierbij zij opgemerkt dat er naar de mening van de auteur in Nederland heel veel waardevol historisch onderzoek onbezoldigd wordt verricht, maar mw. Van Heck denkt kennelijk dat onderzoek alleen echt van wetenschappelijke waarde is als het geld heeft gekost.

[16] https://kampernieuws.nl/eerste-replica-bierpul-biermuseum-kampen/

[17] K. Schilder, Van Raad tot Municipaliteit. Geschiedenis van het bestuur van de stad Kampen tot 1808, Kampen 1985 deel 1 p. 288-290, deel 2 p. 1. Aeltsz was raadslid in de jaren 1447, 1449-1451, 1453, 1457-1458, 1460, 1462, 1465, 1467, 1471 en 1473-1480.

[18] K. Schilder (red.), Digestum vetus 1448-1478, Kampen 1983 p. 34. Interessant genoeg werd Aeltsz in 1462 aangesteld tot een van de cijnsmeesters van de stedelijke bieraccijns, maar daarvan schijnt men bij het Biermuseum niet op de hoogte te zijn. Vgl. Digestum Vetus p. 54.

[19] Geert Jan van der Schee, ‘De bewoningsgeschiedenis van Burgwal 80 en 81 vanaf 1440’, in: Kamper Almanak 2018, p. 287-305.

[20] R. Glaudemans en F. van der Waard, Kampen Voorstraat 18-20. Bouwhistorische opname december 1997, Den Bosch 1997, p. 63.

[21] Alexander Jager, Middeleeuws Kampen, Zwolle 2015, p. 189-190.

[22] J. Nanninga Uytterdijk, ‘Een en ander over de gruit te Kampen’, uit: Verzameling van stukken die betrekking hebben tot Overijsselsch Regt en Geschiedenis, tweede afdeling, verslagen en Mededelingen, dertiende stuk (Zwolle 1883), 32-47, hierin p. 39-40; Leendert Alberts, Hop. De eerste bierrevolutie in Nederland, Amsterdam 2022, p. 76.

[23] H. van Haaster, D.C. Brinkhuizen, J. T. Zeiler, Archeobotanisch en -zoölogisch onderzoek van twee beerputten (1450-1575) aan de Voorstraat in Kampen, Zaandam 2001. Te downloaden via biax.nl. De opstellers van het rapport veronderstellen overigens dat de gevonden hopzaden wijzen op een gebruik van hop als medicinale plant en niet zozeer als grondstof voor het brouwen van bier.

[24] G. Doorman, De Middeleeuwse brouwerij en de gruit, Den Haag 1955, p. 83.

[25] Dicky Haze, De nijverheid, gilden en kleinhandel in het middeleeuwse Kampen, doctoraalscriptie uit 1991, te raadplegen via https://www.dboverijssel.nl/archieven/15069. Haze veronderstelt dat hij al wel andere soorten brouwde. Hop(pen)bier was in de 15e eeuw een welomschreven biersoort, naast o.a. kuit.

[26] Vgl. Haze, De nijverheid, gilden en kleinhandel.

[27] Haze, De nijverheid, gilden en kleinhandel, p. 34-35; Alberts, Hop, p. 306-307.

[28] Nanninga Uytterdijk, ‘Gruit te Kampen’.

[29] ‘Gemeente Kampen doet onderzoek naar vergunningloos Biermuseum’, De Stentor 5-11-2021; https://www.destentor.nl/kampen/gemeente-kampen-doet-onderzoek-naar-vergunningloos-biermuseum~a753d719/

[30] ‘Forse kritiek op het Kamper Biermuseum: “boerenbedrog”‘, De Stentor, 10-5-2023.

[31] Haze, De nijverheid, gilden en kleinhandel, p. 30.

[32] Haze, De nijverheid, gilden en kleinhandel, p. 31-32; Nanninga Uytterdijk, ‘Gruit te Kampen’, p. 39.

[33] Nanninga Uytterdijk, ‘Gruit te Kampen’, p. 39-40; Alberts, Hop, p. 76.

[34] Haze, De nijverheid, gilden en kleinhandel, p. 34.

[35] Alberts, Hop, p. 116.

[36] A. de Wilde, Brouwerij De Wereld te Kampen, Kampen 2006; Willem Verboom, ‘Brouwerij De Wereld te Kampen’, in: PINT Nieuws voor biergenieters, nr. 161 (augustus 2007), p. 29.


10 reacties op “Het Biermuseum Kampen: een factcheck”

  1. Ariël Meeusen schreef:

    Weer een TOP-stuk afgeleverd Roel!

  2. Bart schreef:

    Na een jaartje afwezigheid is het leuk om weer eens een mooi, doorwrocht artikel in de mail binnen te krijgen. En fijn dat je dit “Biermuseum” er niet mee weg laat komen om de “geschiedenis” te misbruiken voor eigen gewin.

  3. Gerwin schreef:

    Complimenten voor dit mooie journalistieke artikel.

  4. Maarten schreef:

    Doorwrocht artikel maar berustend op een groot misverstand. Het idee achter het Biermuseum is totaal niet begrepen en een vooringenomen houding staat dat ook in de weg. Riooljournalistiek dus.

    • Roel Mulder schreef:

      Hallo Maarten (van Brugnieuws, dat meermalen jubelende verhalen over het Biermuseum publiceerde),
      Volgens mij heb ik het idee achter het Biermuseum juist heel goed begrepen, dat is nou net het punt 🙂
      Riooljournalistiek? Niet schelden op mijn site graag.

  5. Willem Bongers schreef:

    Donders… Top dat je zoveel tijd en energie steekt in onze biergeschiedenis. Bedankt
    Willem Bongers

  6. Frank Stoute schreef:

    Prachtig artikel Roel. Heb het met veel plezier en aandacht gelezen. Je hebt mooi duidelijk gemaakt dat theater en museum ver uit elkaar liggen.

  7. Johannes schreef:

    Een doorwrocht artikel dat riooljournalistiek is? Het lijkt mij dat het het één of het ander is. De blog en artikelen van Roel kennende houd ik het op het eerste.
    Ben toch wel benieuwd wat volgens Maarten het idee van een museum is.

  8. Hans schreef:

    ach, ach, ach…
    Het lijkt me dat ze daar een geheel nieuwe inhoud geven aan de woorden: museum, vooringenomenheid en riooljournalistiek. Op zich is er niet zoveel mis met geld verdienen aan bier, maar wees er dan eerlijk over!
    Blijkens het artikel is er genoeg waarheid te vinden over bier en Kampen. Misschein een ideetje voor mevrouw van Heck?

  9. Rik schreef:

    Ben het zelf wezen checken toen ik toch in Kampen was. Dit heeft niets met een museum te maken, maar is gewoon een vermomde horeca-gelegenheid die ook nog eens heel duur is voor 2 kleine glaasjes. Laat de meneer van Brugnieuws eens in de spiegel kijken en aan fact-checking gaan doen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *