Verloren bieren – 4 – Bier uit de Schaapskooi

Rond 1891 verscheen een opvallende nieuwkomer in het veranderende Nederlandse bierlandschap. In dat jaar schreven de bierbrouwers van de provincie Noord-Brabant een verzoekschrift aan de paus. De tekst was als volgt: “Allerheiligste Vader! Met diepen eerbied vragen de ondergeteekenden … Uwen Vaderlijken zegen en oorloven zich Uwe Heiligheid in kennis te stellen dat zij ernstig in hun bedrijf benadeeld worden door de exploitatie eener bierbrouwerij door de Eerwaarde Paters Trappisten.” De brouwers voelden zich ernstig benadeeld door de oneerlijke concurrentie en smeekten de paus om de Trappisten maar alstublieft te laten ophouden met bierbrouwen.

Bij de bierliefhebber van nu begint bij het woord ‘Trappisten’ al het water door de mond te sijpelen. Helemaal als trappisten Brabantse brouwers eruit concurreren. Maar, even geduld. Want wat was hier eigenlijk aan de hand? In 1881 waren de eerste Trappisten in Brabant gearriveerd, vanuit Frankrijk. Ze probeerden bij Berkel-Enschot van de landbouw te leven, maar algauw kwamen ze erachter dat de schrale heidegrond te weinig opbracht. De monniken besloten bier te gaan brouwen. Prachtige, donkere, smaakvolle, bovengistende dubbels en tripels? Nee, pils!

Of nou ja, pils. Broeder Isidorus nam in 1884 de trein naar München om zich daar in het ondergistend brouwen te bekwamen. Het was een commerciële keuze. De toenmalige Brabantse brouwers maakten hoofdzakelijk bovengistend bier, dus hier lag een gat in de markt, die steeds meer om ondergistend, ‘Beiers’ bier begon te vragen. Toen broeder Isidorus eenmaal terug was van zijn leerschool in het Beiers brouwen, duurt het nog even voordat het eerste bier de markt op kon (in zijn afwezigheid had het klooster per ongeluk een bovengistende brouwerij laten inrichten). Maar in 1886 was het dan zover. Brouwerij De Schaapskooi van de Abdij Koningshoeven was een feit.

Een paar jaar na de start begonnen de paters echter hun brouwerij al uit te breiden op een manier die volgens de andere Brabantse brouwers ‘waarlijk monstrueus’ genoemd mocht worden. De monniken hadden een moderne brouwerij, nauwelijks loonkosten en hoefden door hun gelofte van armoede nauwelijks winst te maken. Logisch dus dat ze de bestaande bierbrouwers er met gemak uit concurreerden. Niet alleen in het katholieke zuiden, maar heel Holland en zelfs tot in Friesland zag men reclameborden met grote letters: ‘Hier is Trappisten-bier te verkrijgen’. Dit eerste bier van de brouwers van Koningshoeven was van het Münchener of Beierse type: ondergistend maar overwegend donker. Pils kwam er pas in 1931 bij.

Of en hoe de paus op het verzoek van de bierbrouwers heeft geantwoord, is zo gauw niet te achterhalen. In ieder geval gingen de paters door met het brouwen van hun Beiers bier. Dat kende de nodige ups en downs, maar uiteindelijk braken in 1980 betere tijden aan voor de bierliefhebbers: de monniken gingen, naar het voorbeeld van hun collega’s in België, bovengistend brouwen. Het was, ironisch genoeg, opnieuw een commerciële beslissing. Belgisch trappistenbier begon aan de wereldwijde opmars en de Abdij Koningshoeven pikte er graag een graantje van mee. En het Trappisten-pilsener was voorgoed een ‘verloren bier’ geworden.

Afbeelding: bieretiketten.nl


5 reacties op “Verloren bieren – 4 – Bier uit de Schaapskooi”

  1. De Bierverteller schreef:

    Hé Roel,

    Mooi verhaal in het kader van de ontmaskering van bier als nostalgisch gerstenat van boer en pater. Je wil het als bierliefhebber eigenlijk niet horen, maar vaak schuilt marketing als doorslaggevend motief achter veel ontwikkelingen in de bierhistorie.

    Ik vroeg me af wat jouw bronnen zijn. Of wil je die liever niet prijs geven?

  2. Jeroen schreef:

    Mijn complimenten met wederom een interessant verhaal Roel.

    In mijn beeld, en vast ook van vele anderen, brouwen die trappisten al honderden jaren op ambachtelijke wijze bier, opmerkelijk om te lezen dat het eigenlijk allemaal zo recent is. Hoe is dat beeld eigenlijk de wereld in gekomen, door de bierwereld in het algemeen of hebben de trappisten daar zelf ook wel een bijdrage aan geleverd?

    En grappig te zien dat La Trappe de commerciele inslag (eigenlijk gewoon een Bavaria brouwerij binnen abdijmuren) kennelijk al heel wat langer heeft

  3. Roel Mulder schreef:

    Voor de duidelijkheid: de Belgische trappisten hebben nooit ondergistend gebrouwen, enkel Koningshoeven en, tot 1947, de trappistenabdij in Tegelen. Hoe de Belgische trappistenbrouwerijen zich hebben ontwikkeld is weer een verhaal op zich. Enne, op zich kan pils brouwen natuurlijk ook heel ambachtelijk zijn 🙂

    @ Bierverteller: het meeste heb ik uit oude kranten, in dit geval aangevuld met de literatuur van Jef Van den Steen.

  4. Freek schreef:

    Wederom prima artikel, mijn complimenten.
    Ik noem de vele bieren uit deze periode maar uit grootmoeders tijd. Niet echt bier-historie, maar best wel lang geleden. De échte bier-historie vindt plaats vóór de 19e eeuw, waarin door globalisering, industrialisatie, verdwijnen van ambachten en vooral door grote armoede alles op zijn kop wordt gezet. De Nederlandse bieren uit de voorliggende periode, die er in de 19e eeuw nog over waren, waren dun en slap geworden; het moest goedkoop. Bock bier werd zeer zwaar, dubbel bier genoemd en bleek uit analyses 4% alcohol te bevatten. Dat zegt wel wat over de normale bieren.
    Ik kijk uit naar het vervolg.

  5. Pim schreef:

    Roel, je schreef “Of en hoe de paus op het verzoek van de bierbrouwers heeft geantwoord, is zo gauw niet te achterhalen.”

    Maar in De Hollandse Revue las ik, “toen de profane bierbrouwers zich ernstig bedreigd zagen in hun bedrijf trad de ordinarius van de plaats (in casu de bisschop van ‘s-Hertogenbosch) matigend op.” Dus dan weten we dat ook weer.

    Zie https://witteklavervier.nl/nl/historie/236 (en dan even zoeken naar De Hollandse Revue).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *