De Brasserie à Vapeur: de laatste stoombrouwerij van België

Een paar gastjes uit het dorp scheppen de bostel uit de werkkuip in de Brasserie à Vapeur, in het Belgische Pipaix.In februari bezocht ik de Brasserie à Vapeur in het Belgische dorpje Pipaix, in de provincie Henegouwen. Zo’n bezoek is een hele belevenis: vanwege de monumentale oude brouwerij, maar ook vanwege de unieke feestelijke sfeer die er op een brouwdag hangt.

Oorspronkelijk was de Brasserie à Vapeur (voor wie Frans ooit heeft laten vallen: dat betekent ‘Stoombrouwerij’) de brouwerij Biset-Cuvelier, een familiebedrijfje waartoe verder nog een boerderij behoorde. In 1895 werd daar een kleine stoommachine geïnstalleerd om diverse werktuigen in het brouwhuis mee aan te drijven. Een opvallend staaltje van de nieuwe tijd, vooral voor zo’n klein dorpje (al was het er niet eens de enige brouwerij, want in Pipaix is ook nog brouwerij Dubuisson, bekend van zijn Bush-bier). De laatste brouwer, Gaston Biset (1898-1985), wist dat zijn zoon hem niet zou opvolgen en dus liet hij de boel een beetje de boel, zonder te moderniseren. Tegen de jaren tachtig brouwde hij er nog steeds zijn amberkleurige Biss en wat saison, nog steeds met behulp van de stoommachine.

Het was in die tijd dat Jean-Louis Dits voor het eerst op de deur klopte. Geschiedenisleraar op een middelbare school in de buurt, thuisbrouwer en uitbater van een klein handeltje in lokale bieren. Hij deed al een tijdje zaken met Gaston Biset, toen hij in 1984 hoorde dat deze, inmiddels dik in de tachtig, had besloten ermee op te houden. Wilde Dits misschien de oude brouwerij kopen? Jean-Louis en zijn vrouw besloten de stap te wagen.

En zo werd de oude brouwerij gered – anders hadden Bisets kinderen waarschijnlijk het gebouw platgegooid. In plaats daarvan besloten Dits en zijn vrouw de zaak operationeel te houden, op bescheiden schaal. Eén brouwdag per maand, open voor het publiek. Helaas overleed Dits vrouw Sitelle bij een ongeluk met de stoomketel in 1990. Jean-Louis Dits runt de brouwerij nu met zijn nieuwe vrouw Vinciane.

Zoals gezegd, een brouwdag bij de Brasserie à Vapeur is een hele belevenis. Het begint om negen uur ’s ochtends, wanneer de stoommachine van 12 paardenkrachten het roerwerk in de werkkuip in beweging zet. Tegelijkertijd worden de mout en het water toegevoegd. Een prachtig gezicht, om zo’n type brouwhuis dat ik eigenlijk alleen van zwart-wit illustraties in oude, beduimelde boeken kende, in volle glorie te zien functioneren. De stoom wordt niet meer met kolen verhit, maar met stookolie, wat sneller en goedkoper is.

Die dag maakten ze 4.000 liter Vapeur Cochonne, een van hun straffere bieren van 9% alcohol, een bier dat door Dits is bedacht en geen historisch recept. Eigenlijk zouden ze met deze installatie ook 12.000 liter slap bier kunnen maken, maar dat zou tegenwoordig niet meer zo in de smaak vallen. In feite is het brouwproces bij de Brasserie à Vapeur een compromis tussen 19e- en 21e-eeuws brouwen. Dits jaagt stoom door de maisch om deze te verhitten; enkel met heet water zou het bier veel slapper worden.

Buitenaanzicht van de Brasserie à Vapeur. Jean-Louis Dits bij de werkkuip. De stoommachine uit 1895, waar de brouwerij naar vernoemd is. Vinciane voegt de suiker toe aan het kokende wort.

De ingrediënten zijn lokaal: de mout komt Beloeil, 15 kilometer verderop, terwijl de hop afkomstig is uit Waasten, bij de Franse grens. De gist is dertig jaar geleden opgekweekt uit van de brouwerijmuur geschraapte monsters. Hij is tegenwoordig in de handel verkrijgbaar.

Intussen is in het proeflokaal het feest begonnen. Voor Jean-Louis en Vinciane gaat het bij het brouwen ook om de gezelligheid.

Intussen is in het proeflokaal het feest begonnen. Voor Jean-Louis en Vinciane gaat het bij het brouwen ook om de gezelligheid.

Die ochtend was er aardig wat volk: een plaatselijke wandelvereniging, wat toeristen uit Vlaanderen en een knakker van de Waalse erfgoeddienst, want die overwegen om de brouwerij als historisch monument te gaan klasseren. Tegen twaalf uur ’s middags hadden de meeste bezoekers zich verplaatst naar het proeflokaal in de oude boerderij aan de overkant van de straat. Daar werd een heerlijke maaltijd geserveerd, en er werd uiteraard overvloedig bier getapt. Vooral de leden van de wandelclub, allen ruim boven de zestig, vermaakten zich opperbest, met het zingen van liedjes en het tappen van schuine moppen.

Ook al is de copieuze maaltijd niet gratis, in feite doen Jean-Louis en zijn helpers het allemaal voor de lol. Al die tijd heeft hij zijn baan als leraar geschiedenis aangehouden, en pas de laatste jaren draait de brouwerij nét quitte. Maar wat een toffe manier om de oude brouwerij in leven te houden!

Een etiket voor Vapeur Cochonne van Louis-Michel Carpentier. En dit is dan nog een gecensureerde versie...

Een etiket voor Vapeur Cochonne van Louis-Michel Carpentier. En dit is dan nog een gecensureerde versie…

Intussen stonden een paar gastjes uit het dorp de bostel uit de werkkuip te scheppen, terwijl boven het bier aan de kook werd gebracht. Er gingen wat kruiden en suiker bij. Hun populairste bier is de Vapeur Cochonne, met zijn pikante etiketten met varkens erop. Deze zijn ontworpen door Louis-Michel Carpentier, een Brusselse striptekenaar die met name bekend is van zijn strip over een kroegbaas ‘Du côté de chez Poje’ (in het Nederlands verschenen als ‘Bij Sjaak, tussen pot en pint’). Toevallig kwam Carpentier die middag even langs in hoogsteigen persoon, en dus kon ik even van gedachten wisselen met mijn (veel succesvollere) collega-bierstriptekenaar (immers, ik maak zelf de veel houteriger getekende strip ‘Tom Pintens bierdetective’ voor Bier Magazine). Carpentiers etiketten zijn naar mijn idee wel typisch voor veel microbrouwerijtjes die in de jaren tachtig en negentig begonnen zijn: vooral lollig bedoeld, en meestal met een getekend dier of een vrouw met blote tieten erop; en Carpentiers werk is zelfs een combinatie van de twee.

Een heel ander etiket heeft de Saison de Pipaix, die al door de vorige eigenaars gemaakt werd. Een saison van 6% alcohol, op smaak gebracht met gember, peper, mos, sinaasappelschil en steranijs, Het is de voortzetting van de saison die volgens Dits hier al gemaakt werd toen de brouwerij begon in 1785. Het recept staat in een klein zwart boekje, dat Gaston Biset aan Dits overhandigde toen deze de brouwerij kocht. Zoals te lezen staat in het boek over de brouwerij uit 2005 (Jean-Louis Dits raconte la bière et la Brasserie à Vapeur, er is ook een Engelse versie), houdt Dits de inhoud van het zwarte boekje angstvallig voor zichzelf, inclusief alle ‘brouwersgeheimen’ die erin staan.[1]

Het geheimzinnige zwarte boekje met de oude brouwerijrecepten. Maar hoe ver terug gaat het eigenlijk?

Het geheimzinnige zwarte boekje met de oude brouwerijrecepten. Maar hoe ver terug gaat het eigenlijk?

Het boek van Dits licht wel een tipje van de sluier op wat betreft het zwarte boekje. Er staat zelfs een plaatje van in. Het ziet eruit als iets uit begin 20e eeuw, met zijn ruitjespapier. In feite lijken de meeste gegevens die in het zwarte boekje staan te stammen uit ruwweg de periode van de Eerste Wereldoorlog tot de jaren vijftig. Het enige recept van vóór het moment dat Gaston Biset de brouwerij overnam, in 1926, is de saison (daarna volgden onder meer een Engelse ale, een grisette en een stout). Waarom Dits aanneemt dat de saison hier al in 1785 werd gebrouwen is niet helemaal duidelijk. Immers, het zwarte boekje is duidelijk lang zo oud niet, en elders in Dits boek valt te lezen dat er uit de vroegste jaren van de brouwerij geen bedrijfsgegevens bewaard zijn.[2]

Ik kan alleen maar aannemen dat Dits dit te goeder trouw heeft opgeschreven, en dat het zwarte boekje het saisonrecept op de een of andere manier omschrijft als iets wat daar ‘altijd’ gemaakt is. Hetzelfde geldt voor het verhaal dat de saison gemaakt werd om ’s zomers de dorst van de knechten van de boerderij te lessen. Ofwel dit staat zo in het zwarte boekje, of Dits heeft dit verhaal ergens anders gehoord, maar zoals we in een volgend artikel zullen zien, is er nauwelijks extern bewijs dat saison specifiek zo gebruikt werd. In ieder geval lijkt 1785 opmerkelijk vroeg voor een saison in Henegouwen. De vroegste vermelding die ik vond voor saison in die regio dateert uit 1858, en van 1823 voor heel België.[3] In plaats daarvan is saison over het algemeen opmerkelijk afwezig in 19e-eeuwse bronnen over Henegouws bier.[4]

Hoe dan ook, de twee uur in de auto naar de Brasserie à Vapeur waren het meer dan waard. Niet alleen om een van de oudste nog werkende brouwerijen ter wereld in actie te zien, maar veel belangrijker nog, vanwege de hartverwarmende welkoming door Jean-Louis Dits, Vinciane en hun helpers. Belgische gastvrijheid van de bovenste plank, in een piepklein Waals dorpje. Een van de beste Belgische bierervaringen die je ooit zult meemaken.

Meer informatie: vapeur.com


[1] Jean-Louis Dits en Louis-Michel Carpentier, Jean-Louis Dits raconte la bière et la Brasserie à Vapeur, Pipaix 2005, p. 62-63. Ik kreeg een exemplaar cadeau van de auteur.

[2] Dits en Carpentier, Jean-Louis Dits raconte, p. 44, 62-63, 104.

[3] Hier ga ik in een volgend artikel dieper op in.

[4] Vgl. Ph. Vander Maelen, Dictionnaire géographique de la province de Hainaut, Brussel 1823. Dit boek beschrijft de steden en dorpen van Henegouwen zeer gedetailleerd, met gegevens over het ter plaatse gebrouwen bier. Saison wordt er in het geheel niet genoemd. 19e-eeuwse brouwershandboeken zoals die van Vrancken (1829) en Lacambre (1851) zwijgen in alle talen over saison die in Henegouwen gebrouwen zou worden.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *