Princessebier van d’Oranjeboom
En dan mag ik nu iets aankondigen wat ik ontzettend leuk vind: er komt Princessebier op de markt! Dit historische bier, waarvoor ik een recept uit 1866 had opgeduikeld, is binnenkort overal verkrijgbaar. Om het nog mooier te maken, gebeurt dat onder de eeuwenoude merknaam d’Oranjeboom, een brouwerij die dit bier in de 19e eeuw al in zijn assortiment had. Hoe en waarom? Lees verder…
Voor bij wie het een beetje was weggezakt: princessebier was een van de populairste biersoorten van de negentiende eeuw. Nadat het in 1748 voor het eerst opdook in de annalen van de VOC als een exportbier voor Oost-Indië, burgerde het langzaam in Nederland in. Bijna elke brouwerij lijkt het geproduceerd te hebben, totdat men begon over te schakelen op ondergistend bier naar Duits voorbeeld. Zo rond 1900 verdween princessebier, als een van de laatste ‘Oud-Hollandse’ bieren, van de markt.[1]
Wat voor bier het precies was, dat was nog een hele zoektocht. Er bestond ‘blank’ princessebier, maar het kon ook bruin zijn. Er was dubbel princesse en er was princesse-ale. Maar een recept? Dat dook pas op toen ik de hand legde op het boekje De praktische bierbrouwer uit 1866, waarin het een bruin bier was (of iets lichter ‘al naar de kleur, die verlangd wordt’) met de kruiden zoethout, koriander en oranjeschillen. Een zelfgemaakt testbrouwsel smaakte uitstekend. Dat beloofde wat.[2]
Een paar maanden later kreeg ik ineens een tip: bij brouwcafé De Beyerd in Breda hadden ze een princessebier op tap! Ik belde erheen en inderdaad, brouwer Joppe de Bres vertelde dat hij mijn reconstructie van het recept als basis had gebruikt. Ik snel naar Breda, en van de tap smaakte het uitstekend. En wat schetste mijn verbazing: het heette niet zomaar princessebier, het was Oranjeboom princessebier.
En zo kwam ik in contact met de mensen van United Dutch Breweries in Breda. Dit bedrijf, met een kantoor aan de rand van de stad op een industrieterrein, is voortgekomen uit de oude Oranjeboom-bierbrouwerij die in 2004 door de toenmalige eigenaar Inbev is stilgelegd en afgebroken. In feite is het de voortzetting van de exportafdeling van de brouwerij, die altijd is doorgegaan met wat ze al deden: het verkopen van Oranjeboom-bier naar alle uithoeken van deze wereld. Terwijl sinds 2004 het bier van de Nederlandse markt verdween, lieten zij door andere brouwerijen nog steeds bier van dit merk maken voor zo’n beetje overal: van Ghana tot Nieuw-Zeeland en van het Midden-Oosten tot Singapore.
Met Inbev hadden ze echter de deal moeten sluiten dat ze het merk niet in thuisland Nederland mochten verkopen. Het was overigens niet de eerste keer dat Oranjeboom verbannen was naar het buitenland: in de jaren dat de brouwerij voor Nederland uitsluitend Skol produceerde (1972-1982) bleven ze de naam Oranjeboom nog voor de export voeren.
In maart 2015 mocht Oranjeboom weer in de Nederlandse schappen terugkeren. Het leverde wat aandacht in de kranten op, maar verder vloog de Oranjeboom je nog niet om de oren. Logisch ook: je vecht jezelf niet zomaar even terug op de pilsmarkt. Maar de markt voor speciaalbier, dat is een ander verhaal. En dus vonden ze, al googelend, de artikelen die ik over Oranjeboom geschreven had, met daarbij de afbeelding van een prijscourant uit ongeveer 1885. Vooral dat laatste vonden ze inspirerend: allemaal oude biersoorten die Oranjeboom ooit gemaakt had: dubbel stout, donker lager, belegen gerste en… princesse.
Vervolgens vroegen ze De Beyerd om een proefbrouwsel te maken op basis van het recept dat ik aan De praktische bierbrouwer had ontleend, én ze betrokken mij erbij om historische adviezen te geven. Dat vond ik natuurlijk een eer maar ook een bewijs dat ze de geschiedenis serieus wilden nemen. Niet alleen kon ik ze dus helpen het juiste verhaal te vertellen, bovendien kon ik ze adviseren over al die ándere bieren uit hun assortiment door de eeuwen heen. Er volgen dus mogelijk nog meer historische bieren…
En zo komen er nu dus twee bieren onder de oude naam d’Oranjeboom op de markt. Met sfeervolle etiketten in apart ogende flesjes. Er is een ‘gewoon’ Princessebier en er is een Witte Princesse. Voor dat laatste hebben ze zich onder andere laten inspireren door de advertentie met ‘ witte Hollandsche Prinsesse Bieren’ van brouwer Antonius Parmentier te Brugge in 1788. In eerste instantie leek me dat laatste een beetje een fantasie-bier, maar lees verder…
Inmiddels heeft United Dutch Breweries een eigen website voor deze ‘vergeten luxe bieren’ gemaakt: doranjeboom.com. Merk ook op hoe de d-met-apostrof zich weer voor de oude merknaam heeft genesteld, een slimme zet om het historisch speciaalbier van d’Oranjeboom te onderscheiden van het pils van Oranjeboom. De kreet ‘op den ouden voet en dezelve naem gecontinueert’ heeft men uit de oudste krantenadvertentie voor princessebier, van de Amsterdamse brouwerij Gekroonde Valk uit 1749. Op hun site staat het hele verhaal van de ‘achttiende-eeuwse meesterwerken’ verder na te lezen, al moeten we de mededeling dat het ‘een eeuw voor de India Pale Ale al wereldwijd gedronken werd’ met een korreltje zout nemen, want in werkelijkheid is dat 81 jaar (1748 versus 1829, en voor die tijd ging er ook al ‘pale ale’ naar India). Ook het idee dat de ondergistende bieren ‘goedkoper’ waren dan de princessebieren zit er een beetje naast: de suggestie wordt gewekt dat princessebieren eruit werden geconcurreerd op de prijs. In werkelijkheid was princessebier tegen die tijd vaak een van de goedkoopste bieren. En hoewel het etiket met trots thuisstad ‘Rotterdam Holland’ vermeldt, zijn ze daar sinds 1990 al niet meer gevestigd.
Dan nu de hamvraag: hoe smaken die nieuwe princessebieren van d’Oranjeboom? Ik heb al een doosje Witte Princesse meegekregen, en de gewone bruine variant komt nu ook in roulatie. De witte variant smaakt, al zeg ik het zelf… uitstekend. Het is een lekker witbier voor de zomer, maar met een mooie extra smaak van de kruiden. Te oordelen naar de reacties op Untappd en Ratebeer vind ik dat gelukkig niet alleen. Een mooie aanvulling voor het Nederlandse bierassortiment kortom, en ook ik mag er een beetje trots op zijn. En wat blijkt, ook dit recept voor ‘witte princesse’ heeft een grotere historische basis dan ik aanvankelijk dacht. Daar gaan we over een paar dagen naar kijken.
[1] Zie mijn artikel op Dossier Hop: http://verlorenbieren.nl/verloren-bieren-49-princessebier-1/.
[2] Zie mijn artikel op Dossier Hop: http://verlorenbieren.nl/verloren-bieren-49-princessebier-2/ en artikel ‘Een princessebier-proeverij‘.
Hoi Roel,
Wat leuk dat er nu commercieel Princesse Bier komt. Ik kan me voorstellen dat je best trots op bent, dat ze ‘jouw’ Princesse bier gaan maken. Ik ben reuze benieuwd naar het verhaal en het recept van Princesse Witbier. Je gaat toch zeker ook een recept bloggen
Mijn McMelloW Princesse bier is inmiddels op dronk en smaakt er goed.
Goed verhaal, ben benieuwd!
waar kan ik princesse kopen?
Hallo Theo, dat kan hier: https://www.doranjeboom.com/nl-locaties
Het recept uit 1866 stelt weliswaar dat ‘bruine mout’ werd gebruikt, of gelijke delen bruin en blank, maar eerder in hetzelfde boek wordt uitgelegd hoe bruine mout gemaakt wordt: een maximale temperatuur bij het eesten van 112 graden Celsius. Dat is vergelijkbaar met een hedendaagse München of Vienna mout en dus bepaald niet ‘bruin’. De term ‘bruine mout’ van destijds heeft niets te maken met de bruine mouten van nu.
Hoi Duco, gelukkig was ik daar zelf ook al achter gekomen…
Blijft toch een intrigerende biersoort! Net nog even snel in Vrancken (1829) gedoken, waarin dit heerschap zeer uitgebreid Hoegaarden beschrijft. In die beschrijving geen woord over koriander en sinaasappelschillen. Het zou nog eens een interessant onderzoek zijn te kijken waar deze combinatie nou precies vandaan komt… mogelijk kunnen we de Belgen ook nog eens hun witbier afhandig maken.
Omdat het me maar niet los laat: sinaasappels zijn al sinds de 16e eeuw, mogelijk begin 17e, verbonden aan het Huis van Oranje, getuige schilderijen en keramiek. Koriander werd door bijv. van Lis gezien als een zeer edele toevoeging, en werd geacht benevelend te werken. Dit in combinatie met het niet ‘bruin’ zijn van de ‘bruine mout’: ik zou wel een lans of wat willen breken voor de mogelijkheid dat het in 1866 _toch_ om een oorspronkelijk recept gaat, niet om een latere en heel andere versie. Wat zou er nu meer voor de hand liggen wanneer je een bier maakt ter viering van een nieuwe prinses, dan een bier met de beste, smakelijkste ingrediënten, en nog oranje schillen ook!