Wat er eigenlijk in Skol zat
Ik heb wel eens vaker geschreven over het beruchte biermerk Skol: het schoolvoorbeeld van hoe met slechte marketing een heel brouwerijconcern van de aardbodem kan verdwijnen. Maar een ding moest ik nog even behandelen: hoe werd Skol precies gemaakt?
In de jaren zestig zat men bij de Rotterdamse brouwerij Oranjeboom met de handen in het haar. Het aandeel op de Nederlandse biermarkt bleef maar aan het dalen. Gelukkig leek er redding: diversificatie. Meer biermerken verkopen. Een beetje vreemde strategie gezien het feit dat Oranjeboom tegelijkertijd de oude pilsmerken ZHB, Phoenix en Barbarossa de nek aan het omdraaien was, maar: Skol was niet zomaar een merk. Dit in Engeland bedachte bier was ‘internationaal’. Naar verwachting zou het als een soort Coca Cola internationaal gaan doorbreken en wereldwijd precies hetzelfde gaan smaken. Topman J.R. Eades van Skol International dacht dat het binnen vijf à tien jaar het best verkochte bier ter wereld zou zijn.[1]
Bij Oranjeboom waren ze als de dood om de boot te missen, en dat Skol met een andere Nederlandse brouwerij een contract zou afsluiten. Er werd dan ook besloten om het merk in licentie te nemen. In juni 1966 werd Skol aan het Nederlandse publiek voorgesteld, aanvankelijk alleen voor de horeca, vanaf 1968 ook voor de thuisverbruikmarkt. ‘Skol smaakt voller, zachter, minder droog.’ En: ‘It’s a refreshing world with Skol’. Naar verluid werd het door 74 brouwerijen wereldwijd gebrouwen, en maandelijks in New York gekeurd of het wel aan alle eisen voldeed.[2]
Het mocht dan ook wat kosten: de prijs van een Skol lag bij introductie zo’n drie cent hoger dan van gewoon pils. De vraag is… was dat ook terecht? Het was even zoeken, maar in de notulen van de raad van commissarissen van Oranjeboom, eind 1964, staat het gewoon terug te lezen: ‘Onder het Skol-merk zal ons normale bier worden verkocht. Hiervoor wordt dus geen speciaal bier gebrouwen.’[3] Aha! We werden dus gewoon genept.
Men verkocht precies hetzelfde Oranjeboom-pils, maar dan met een ander etiketje erop en een boel poeha eromheen. En duurder. Achteraf was het slechts de eerste schakel in een hele lange rij verkeerde beslissingen die in eerste instantie leidde tot het in 1972 van de markt halen van vertrouwde merken als Oranjeboom en Drie Hoefijzers (onderdeel van het concern sinds 1968), ten faveure van Skol. Vervolgens kwamen de tenenkrommende, door het publiek als irritant en plat ervaren reclames met volkskomiek Piet Bambergen. Het terugbrengen van het merk Oranjeboom in de jaren tachtig kon het tij niet meer keren. De verkoop bleef kelderen, en uiteindelijk kocht het Belgische Interbrew de laatste brouwlocatie van het concern, die in Breda, en sloot er de deuren.
Maar de eerste foute beslissing kwam meteen al in het begin. Hetzelfde pils verkopen maar dan duurder, de verleiding was kennelijk te groot. En natuurlijk, de wereld wil bedrogen worden en elke dag komen snelle marketingjongens nog altijd met hun schelmenstreken weg. Daarom is het des te leuker wanneer het eens goed mis gaat. Dat was met Skol: Oranjeboompils voorzien van een mislukt verkooppraatje.
[1] Parool 28-6-1966.
[2] Bureau Historion, Oranjeboom, 325 jaar biertraditie, Den Bosch 1995 (intern rapport), p. 84. Het Vrije Volk 11-4-1968, 26-4-1968.
[3] Stadsarchief Breda, Archief De Drie Hoefijzers / Firma F. Smits van Waesberghe, inv. no. 1851.
Ik werkte als student voor een uitzendbureau in 1975 en 1976 in de brouwerij in Breda. Ons werd steevast verteld dat er twee recepturen waren. Één voor Skol, en een ander voor de tientallen huismerken voor diverse supermarkten. Zoals Vivo, Wilhelmina, Pils2000 en Classe Royale. Met enig nadenken kom ik vast nog op veel meer. Maar nu begrijp ik van Roel Mulder dat ook wij werden voorgelogen: Alles was één pot nat…
wij mijn broer en ik hebben er ook gewerkt in helmo
nd
Eén pot gerstenat in dit geval dan…
Het was bocht welke je standaard een enorme koppijn bezorgde en de smaak in de mond alsof er een dooie rat in lag.
Laat ik vooropstellen dat ik geen echte bierkenner ben en alleen een mooi weer drinker.
Ik kwam in de jaren ’70 nogal eens in een studentenkroeg in Wageningen. Daar tapten ze Skol. Ik vond het eigenlijk nog niet zo slecht. Het had absoluut een makkelijk te onderscheiden smaak ten opzichte van alle andere bieren. Dat zo je negatief of positief kunnen uitleggen natuurlijk. Ik vond de smaak niet slecht; wel heel anders dus.
Momenteel ben ik in contact met een oude schoolmaat. We zijn net gepensioneerd en hij startte een kleine brouwerij. Ze brouwen twee dagen in de week, want het moet wel leuk blijven. Inmiddels hebben ze wel zo’n 15 verschillende bieren ontwikkeld, deels met eigen recepturen. Een eigen private label hebben ze (nog) niet. Ik meen dat ze zo’n 200 liter per week produceren.
Als het recept van Skol hetzelfde zou zijn als dat van Oranjeboom, (wat nog maar de vraag is, één opmerking in de notulen zegt niet zo bar veel) stond Oranjeboom dan ook bekend als hoofdpijn bier?