Verloren bieren – 7 – Ratebeer anno 1883
Een schilderij van Rembrandt kun je nog steeds bekijken, een plaat van Jimi Hendrix kun je nog steeds beluisteren, een stuk van Shakespeare kun je nog steeds opvoeren en een van de meest gelezen boeken is tweeduizend jaar oud. Maar van bier kun je maar één keer genieten: op het moment dat het bestaat. Zelfs bier van tien jaar oud dat je angstvallig bewaard hebt in de kelder van je ouders smaakt al niet meer zoals op het moment dat je het kocht. Alleen héél goede bieren zijn na dertig jaar nog drinkbaar, tenminste als je er in de Kulminator een vermogen voor wilt neertellen. Oudere bieren? No chance.
We zullen nooit weten hoe het eerste Pilsener in 1842 precies smaakte, of de vermaarde Nijmeegse mol, of het eerste bier van de Belgische trappisten, om maar wat te noemen. Met recepten en beschrijvingen kom je een heel eind en kun je zelfs reconstructies maken, maar helemáál hetzelfde wordt het nooit. Welke mout werd gebruikt, welke hop, welk water, welke ketels? Het bier is gebrouwen, opgedronken, en weg.
Dan is het toch mooi wanneer je even op Ratebeer kunt kijken. Waar onafhankelijke bierliefhebbers hun mening en hun smaakimpressies hebben gegeven, waar je nog eens kunt teruglezen hoe Heineken in mei 2000 nou eigenlijk smaakte. (‘A decent light lager… not a complex beer.’) Voor wie wat verder terug in de tijd wil, heeft ene Rinus Krijnen zijn proefnotities uit de jaren zeventig en tachtig online gezet, zodat je kunt nagaan wat Gulpener X-Pert nou eigenlijk was. (‘Biertje met pit, niet om slechts één te drinken. Je moet er wel voor gaan zitten.’)
Maar verder terug in de tijd? Voor Nederlands bier? Nou, dat was wel even zoeken. Maar ik vond iets wat er in de buurt komt. Op een plek waar je het niet zou verwachten. In 1883 had namelijk de Volksbond tegen Drankmisbruik bedacht om, in zijn strijd tegen de sterke drank, bier te gaan promoten. De beste manier om dat te doen leek ze om zelf ‘kiosken’ op te richten waar bier verkocht zou worden. Maar welk bier? Het moest ‘goed, onvervalscht bier tegen lagen prijs’ zijn, en niet te veel alcohol bevatten, hoogstens 3%. Verder moest het uitsluitend gebrouwen zijn uit mout, hop, gist en water, het moest helder en doorschijnend zijn, goed uitgegist en aangenaam van smaak, dus niet te bitter of te zuur.
En dus werden alle brouwers van Nederland aangeschreven om een paar proefflesjes te sturen. Ruim honderd brouwers reageerden. Er vond een selectie plaats, en dat moet een schouwspel geweest zijn: drankbestrijders die een bierproeverij houden. Onder de afvallers bevonden zich ook een aantal ‘oude bieren, die door kenners onder de uitmuntende soorten zouden worden gerangschikt’ en die weliswaar lekker waren, maar minder geschikt om als ‘Volksdrank’ in te voeren. De Commissie voor de Bierenquête had bij bezoek aan Maastrichte koffiehuizen trouwens vastgesteld dat de werklieden daar suiker in hun Mestreechs Aajt gooiden, om ‘het zure of liever gezegd het rinsche dat die biersoort eigen is’ weg te nemen. Met andere woorden, arbeiders vonden dat zure bier toch niet lekker.
Een selectie van bieren werd vervolgens getest door de scheikundige prof. J.W. Gunning. Een paar brouwsels vielen af, onder andere vanwege een te hoog alcoholpercentage. Andere brouwers haakten zelf alsnog af. Wat overbleef, was een lijst van negentien bieren ‘die alleszins aanbeveling verdienen’. De lijst werd in de krant gepubliceerd en de eerste kiosken in Amsterdam openden hun deuren.
En wat waren nou die negentien beste Nederlandse bieren van maximaal 3 procent alcohol anno 1883? Hier is de lijst:
Dus dit zijn ze dan, de beste bieren van Nederland in 1883, volgens de Volksbond. Okee, het waren niet per sé bierkenners, ze wilden geen zure smaakjes en vooral niet te veel alcohol, maar het geeft een beeld. Veel brouwers uit Zuid-Nederland, en veel gerstebier. Geen pilsners en andere Beierse bieren, want die waren waarschijnlijk te sterk voor het deftige Comité. En er zit maar één brouwer bij die nog bestaat: inderdaad, die A.C. Snieders, dat is Dommelsch. Dat je ’t maar weet.
Eén ‘Koffiehuis van den Volksbond’ bestaat in Amsterdam trouwens nog steeds, al zit er nu een restaurant in. Ze hebben maar één bier op tap: Heineken…
Hele leuke bijdrage! Overigens, er bestaat ook nog n andere brouwerij van de lijst, die in Neer (Lindeboom).
Zijn er ook nog proefnotities bewaard gebleven?
De bieren hadden kennelijk in het algemeen n wat laag stamwortgehalte, al is niet helemaal duidelijk of men nu het stamwortgehalte vóór of na de gisting als uitgangspunt heeft genomen (hebben de brouwers de cijfers verstrekt, of heeft men zelf metingen gedaan?).
Ik zie trouwens toch twee Beierse bieren in de lijst staan, beide uit Groningen. Het bestond dus al wel, die interesse.
@Eelco: je hebt helemaal gelijk, I stand corrected
@Marcel: de proefnotitieszijn hoogstwaarschijnlijk verloren gegaan. Het moutpercentage is gemeten door een scheikundige op verzoek van de Volksbond, ze zijn dus achteraf gedaan. Voor een tijd waarin het Beiers bier al erg populair was, is het een verrasend traditionele lijst. Dit heeft waarschijnlijk alles met het alcoholpercentage te maken.