Poesiat en Kater
Op dit blog staat niet zo vaak een verslag van een brouwerijbezoek. Eigenlijk nooit. Niet dat ik niet graag eens een kijkje had genomen in een Middeleeuws gruithuis, een achttiende-eeuwse molbrouwerij of bij De Kraan en de Drie Snoeken in mijn geboortestad, maar die tijdmachine moet nog worden uitgevonden. Het dichtste wat in de buurt komt, is echter onlangs geopend in Amsterdam. Niet zomaar een nieuwe hippe brouwerij buiten het centrum, het is net iets meer dan dat, tenminste als je een beetje leip bent van historisch bier.
Wie zegt de naam Van Vollenhoven nog iets? Of De Gekroonde Valk? Toch waren dit de merknamen van wat eind negentiende eeuw nog een van de grootste brouwerijen van Nederland was. De Gekroonde Valk, sinds 1733 aan de Hoogte Kadijk aan de oostkant van de Amsterdamse grachtengordel, produceerde grote hoeveelheden stout en princessebier, en toen ze met hun tijd mee moesten ook pilsener, münchener en bockbier. Van lieverlee werden ze echter ingehaald door stadgenoten Amstel en Heineken, en vervolgens deed de Tweede Wereldoorlog hen, als exportgerichte brouwerij, de das om. In 1949 werd de productie gestaakt.
Het paradepaardje van De Gekroonde Valk, de Van Vollenhoven Stout, bleef echter in productie, aanvankelijk bij Amstel, vanaf de jaren zeventig bij Heineken. Het exportmerk ‘Falcon’ was in de jaren zestig zelfs nog in licentie bij Oranjeboom voor landen aan de Middellandse Zee. In 2003 trok Heineken alsnog de stekker uit de stout, die toch al vrij obscuur was geworden. Einde verhaal?
Nee toch niet, want nu zat ik dus op een doordeweekse middag in het proeflokaal Poesiat en Kater. Een sfeervol negentiende-eeuws gebouw, ooit de ammoniakfabriek van de Oostergasfabriek, van binnen en van buiten totaal gerenoveerd. Een lichtelijk spartaanse inrichting, aan de muren memorabilia van de brouwerij. En op de tap maarliefst vier oude Van Vollenhoven-bieren, ter plaatse gebrouwen in het aangrenzende brouwlokaal.
De verdwenen brouwerij De Gekroonde Valk was al een tijdje met een bescheiden wederopstanding bezig: van de onthulling van een oude zuil met valk op het voormalige brouwerijterrein in 1993, tot de herlancering van de Van Vollenhoven Stout in 2006, naar origineel recept. Dezelfde initiatiefnemers daarvan zitten nu, met wat personeelsuitbreiding, achter dit proeflokaal. Bij een wederopstanding van zo’n oude brouwerij horen oude bieren, en daarvoor kon ik hen vorig jaar al wat oude recepten leveren. Niet van De Gekroonde Valk, want die recepten zijn op de stout na verloren gegaan, maar wel van vergelijkbare bieren uit de negentiende eeuw. Bierbrouwer Julián Álvarez Zárate heeft daar vervolgens weer zijn eigen draai aan gegeven.
En zo kon ik dus vorige week een mini-proeverijtje historisch bier houden. Had ik een paar jaar geleden vermoed dat ik nog eens princessebier van de tap zou kunnen drinken? Bij Poesiat en Kater (vernoemd naar twee 19e-eeuwse werklieden van de brouwerij) is het een blond biertje geworden van 5,5%. Historisch princessebier kon donker of licht van kleur zijn. Het proefbrouwsel van Julián was nogal sinaasappelig, de huidige versie is beter uitgebalanceerd. Hij heeft er een tarwebiertje van gemaakt, en dan dus gekruid met de typische princessebier-kruiden. Met Weihenstephan-achtige gist is het superdroog uitgevallen als een prettig zomerbiertje. Bij de opening van de brouwerij op 23 maart was er geen princessebier: het was in de twee voorgaande weken tijdens de proefopenstelling allemaal al opgedronken. Het princesse loopt hier uitstekend.
Het volgende bier was een Van Vollenhoven Münchener. Deze ondergistende biersoort van Duitse oorsprong stond vanaf eind negentiende eeuw bij meerdere Nederlandse brouwers op het programma, als een moutig, bruin zusje van pils. Groot was mijn verbazing dan ook toen de barman van Poesiat en Kater een blond-amber biertje voor me tapte! Een lekker biertje wel: ik ben niet goed in het maken van proefnotities en het omschrijven van smaken, maar mijn eerste associatie was: Bastognekoek. Een leuke smaak, lekker bitter, al was Julián nog niet helemaal tevreden: hij heeft hem bovengistend gemaakt en vindt dat er nog teveel esters in zitten. En plotseling daagde het mij: Van Vollenhoven voerde een münchener, maar wat Julián heeft gemaakt is eerder een Oktoberfestbier. Okee, dat komt ook uit München, maar ik zal hem toch maar even wat authentieke münchenerrecepten sturen…
Ook op tap staat de East India Pale Ale, die verwijst naar het vele bier dat Van Vollenhoven in de achttiende en negentiende eeuw naar Nederlands-Indië exporteerde. Ik had Julián voorzien van een recept voor Oost-Indisch bier (binnenkort ook in mijn boek te lezen), waarin het acht tot twaalf maanden gerijpt werd op vaten waarin jeneverbessen hadden gestaan. De versie bij Poesiat en Kater is daarentegen vers, zo’n zes weken oud. Een beetje zoals het nog in Nederland gesmaakt zou hebben, zeg maar. Het is een lichtgekleurd, hoppig biertje geworden, ongeveer een stevige IPA. Brouwer Julián is echter nog niet helemaal tevreden dus hij gaat nog wat experimenteren met die jeneverbessen. Wordt dus vervolgd!
Tot slot is er dan de aloude klassieker, het onvolprezen Van Vollenhoven stout, een heerlijk vol pikzwart bier. Ik ben er trots op dat ik van de heren van Stichting De Gekroonde Valk een recept van dit aloude topbier in mijn komende boek mag zetten, inclusief ingewikkeld brouwschema!
Het mooiste van Poesiat en Kater is echter om te zien hoe goed dit klassieke viertal Van Vollenhoven-bieren samengaat met een gevarieerd assortiment van internationale bierstijlen, want er staan ook een huisgebrouwen porter, pale ale, gose en een tripel op tap. De oud-Hollandse biersoorten, die van oorsprong overigens ook gedeeltelijk op het buitenland zijn geïnspireerd, bieden zo een verrijking van de bierkaart. En dat is historisch bier op zijn best. Wat mij betreft hoeven de oude recepten ook geen starre reconstructies te zijn, ze mogen ook dienen voor creatieve nieuwe bierideeën. Hopelijk is dit nog maar het begin.
Geef een reactie