Bieroproer in 19e-eeuws Brussel
Klimaatprotest, boze boeren, gele hesjes: protesteren is weer helemaal terug. Vooralsnog zien we bierliefhebbers nog niet op de barricaden, maar zelfs dat is ooit anders geweest. In 19e-eeuws Brussel bijvoorbeeld.
Op zondagavond 16 september 1855 verzamelde zich tegen achten een menigte op de Grote Markt in Brussel, voor het café Le Renard, oftewel het nog bestaande monumentale pand ‘In den Vos’, en in de aangrenzende Guldenhoofdstraat. Wat was er aan de hand? Al sinds jaar en dag werd hét volksbier van de stad, de faro, verkocht voor 12 centimes per halve liter.[1] Zelfs tijdens de voedselschaarste van het jaar 1846 hadden de Brusselse kroegbazen die prijs weten te handhaven. Nu waren de graanprijzen echter weer gestegen. In 1854 waren er al diverse relletjes geweest om de prijzen die de Brusselse bakkers vroegen voor hun brood. Nu wilden de kroegbazen de prijs van een faro met twee centimes verhogen. Op zaterdag 15 september was de prijsverhoging aangekondigd, en een kwart van de Brusselse kroegbazen was van plan zich aan de nieuwe prijs te gaan houden. En daarvan gingen ze spijt krijgen.[2]
Er waren die zondagavond al enkele ruiten en glazen gesneuveld, en de politie had zich er al tussen geworpen. Nu werd het middernacht en het rumoer wakkerde weer aan. Er waren ongeregeldheden binnen in het café, en de eigenaar moest worden ontzet, terwijl er een aantal arrestaties werden verricht.[3] Op maandagochtend was er nieuwe samenscholing. Drie oproerkraaiers werden gearresteerd: een blikslager uit Elsene, een stoelenmaker en een handelsklerk. Die avond waren de samenscholingen nog groter, maar de politie was erbij. Bij Le Renard ging een steen door de ruit en tegen middernacht werden alle kroegen op de Grote Markt ontruimd.[4]
Uiteindelijk zwichtte de ‘baes’ van Le Renard: de prijs van een glas faro ging weer terug naar de oude vertrouwde 12 centimes. Het nieuwtje ging als een lopend vuurtje door de stad en al snel meldde zich opnieuw een menigte arbeiders: maar dan eentje die juichend en zingend een pintje kwam drinken. De andere kroegbazen volgden het voorbeeld. De ‘émeute du faro’ was ten einde.[5]
Het interessante is, dat faro van zichzelf al redelijk prijzig was. Met 12 centimes per halve liter (een ‘pint’ was toen nog echt een pint in België, niet die lullige kwart liter van tegenwoordig) was het een van de duurste bieren van het land. Een Hoegaards witbier kostte in die tijd in België gemiddeld 8,5 à 9 centimes, een Leuvens witbier 9 à 9,5, voor een Peeterman telde je 10 centimes neer, voor een bruin 11 en een uitzet 10,5 à 11,5 centimes. Enkel Lambiek was duurder: 16 centimes.[6]
Nog in 1872 lag de prijs van faro op dezelfde 12 centimes. Toen waren een aantal herbergiers in de Belgische hoofdstad opnieuw op het vermetele idee gekomen om de prijs naar 14 centimes te verhogen, deze keer in verband met de gestegen prijs van de steenkool die nodig was in de brouwerij. Weer waren enkele ‘jammerlijke tooneelen’ het gevolg en was de tussenkomst van de politie nodig om de orde te herstellen. Opvallend is dat men de prijs van lambiek intussen op 25 centimes lag. Het lijkt erop dat sinds 1855 tegelijkertijd met enige geldontwaarding ook de faro zelf danig in gehalte had afgenomen, om de prijs op hetzelfde niveau te laten liggen. In ieder geval was het prijsverschil met lambiek enorm gegroeid in nog geen twintig jaar.[7]
Al met al is er dus in 19e-eeuws Brussel maar twee keer een bieroproer geweest, voor zover ik heb kunnen nagaan.[8] Achteraf werd dit natuurlijk een sterk verhaal: begin 20e eeuw werd hier grinnekend op teruggekeken in een aantal krantenartikelen, die het wilden voorstellen alsof Brusselaars alleen in woede ontstaken wanneer men aan de prijzen van het bier kwam. Onzin natuurlijk: rellen om brood kwamen veel vaker voor, met name in de jaren 1840 en 1850. Wel wist men achteraf nog een protestlied te citeren dat in 1855 gezongen zou zijn:
‘Al wilden de bakkers nog meer opslagen,
Daarvan zouden wij niet willen klagen;
Maar van dat lekker farobier,
Dat was ons eenigste plezier…’[9]
Met de opkomst van modern ondergistend bier en die van de kwalitatief veel betere geuze zou faro uiteindelijk zijn status als volksbier verliezen, zeker na de Eerste Wereldoorlog. Het bestaat gelukkig nog wel: in de betere Brusselse kroeg kun je het nog altijd bestellen. Houd er echter rekening mee dat hij nu meer kost dan 12 centimes… want omgezet in euro’s is dat minder dan een eurocent.
[1] In de berichtgeving is ook wel sprake van ‘6 cents’. In het toenmalige België was vreemd genoeg de benaming ‘cent’ in zwang voor de waarde van 2 centimes.
[2] Journal de Bruges 19-9-1855; Gita Deneckere, Sire, het volk mort. Sociaal protest in België (1831-1918), Antwerpen 1997, p. 121-122.
[3] L’Indépendance belge 18-9-1855.
[4] L’Indépendance belge 19-9-1855.
[5] La Presse 20-9-1855.
[6] Abolition des octrois communaux en Belgique. Documents et discussions parlementaires, Tome 1, Brussel 1867, p. 572.
[7] Burgerwelzijn 5-10-1872; Le Temps 21-9-1872.
[8] De poster ‘Histoire du faro et du lambic à travers les âges’ van Edgard Tytgat uit 1935 vermeldt een faro-oproer in 1842, maar hierover heb ik niets terug kunnen vinden.
[9] Le soir 31-1-1901; Journal de Bruxelles 18-10-1902; Le Bruxellois 13-7-1915.
Een heerlijk artikel weer. Hoe komt u op de onderwerpen? Bent u het onderwerp simpelweg tegengekomen in een krantenartikel of hebt u de inspiratie opgedaan uit de actualiteit?
Leuk en lezenswaardig verhaal. Goede research. Wat een verschil met 2019: Nu is er een oproer met 2000 trekkers omdat een beroepsgroep zich ‘miskend’ voelt. Hoe zal daar over 150 jaar op worden teruggekeken?
Hallo Bart, nee het is niet per sé geïnspireerd op de actualiteit. Ik kwam het onderwerp van een ‘faro-oproer’ tegen in oude boeken e.d. en wilde weten wat ervan waar was. Uiteindelijk was het allemaal een storm in een glas water…