Verloren bieren – 9 – Gezondheidsbier
Zou het nou niet mooi zijn, als bier gewoon gezond was? In plaats van dat het je lever aantastte en je er katers van kreeg? Het vreemde is, dat in de negentiende eeuw bier juist bij uitstek als een gezonde drank werd gezien. Het was dan ook de tijd dat veel arme mensen zich kapot zopen aan de jenever, en dan was bier zo slecht nog niet.
Bepaalde biersoorten werden zelfs exclusief om hun geneeskrachtige werking aangeprezen. Om te beginnen het Dantziger Jopenbier, een donkere, stroopachtige substantie die ‘zeer heilzaam voor klierachtige gestellen’ zou zijn en ook tegen ‘maagpijn en aamborstigheid’ werkte. De Nederlandse brouwerij Van Vollenhoven begon dit bier te beconcurrreren met zijn Extra Stout, ‘meest versterkende drank voor Herstellenden, Bloedarmen en en Kraamvrouwen’ (en daar komen we binnenkort nog op terug).
Maar het summum van gezondheid was toch wel het Malz-Extract ofwel ‘Gezondheidsbier’ van Johann Hoff uit Berlijn. In 1862 adverteerde Hoff voor het eerst in Nederland met zijn ‘gunstige werking’, en met een brief van ene J. Kuypers uit Epe die schreef dat haar zieke zuster ‘door het gebruik der 6 flesschen zich bereids eenigzinds beter’ voelde. Decennialang bleef Hoff op die manier adverteren: met brieven van dankbare genezen drinkers die dankzij het Gezondheidsbier weer op krachten waren gekomen. Van Prinses Ernestine zu Löwenstein-Wertheim-Freudenberg tot arbeider Teunis Klein uit Sliedrecht, allen waren ze ernstig dankbaar en verzochten ze om nog meer flessen. Sterker nog, de geneesheren en koninklijke lijfartsen buitelden over elkaar heen om het Gezondheidsbier aan te prijzen, zo leek het.
Het waren dan ook de tijden dat de kranten vol stonden met advertenties van dubieuze wondermiddelen als ‘Rijnlandse druiven-borsthoning’, ‘Haarlemmer olie’ en ‘Zwitserse pillen’ waarvan de preciese werking altijd vaag werd gehouden. Het succes van Hoff werd in Nederland zelfs nagevolgd door ene E. van der Maaten in Elburg, die in 1866 zijn ‘Krachtbier’ op de markt bracht als ‘uitnemend medicijn… tegen alle ziekten of ziektenverschijnselen.’ Geen wonder dat de Vereniging tegen de Kwakzalverij, opgericht in 1881, er de handen vol aan had.
De hamvraag is natuurlijk: wat was dit gezondheidsbier nou voor een goedje? Uiteraard was het recept van het ‘Malz-extract’ een goed bewaard geheim. Maar al in 1862, het jaar dat het in Nederland op de markt kwam, deed het Duitse tijdschrift Pharmaceutische Centralhalle onderzoek naar het bier. De uitkomst? Het was een gewoon bruin bier, waarin de makers wat laxeermiddel(!), vuilboom- of wegedoornbast (als kleurstof) en waterklaver (als bittermiddel) hadden laten trekken. Het blad rekende voor dat de productiekosten op zo’n 9 cent kwamen, terwijl Hoff het voor het vijfvoudige verkocht.
Voor de liefhebbers die wel zin hebben in een potje Gezondheidsbier, hierbij het recept zoals Pharmaceutische Centralhalle het vaststelde: 6 delen bast van wegedoorn (ramnum frangula), 1 deel drieblad (klaver; trifolium fibrinum), 60 deel bruin bier, gedurende een dag laten trekken, en na afkoeling en filtratie met nog 300 delen bier vermengen. En proost maar weer! (Let op: de schrijver van dit stukje neemt geen verantwoordelijkheid voor het resultaat en de invloed ervan op de gezondheid van de lezer.)
Toevallig vanavond bij StiBON de les over bier en gezondheid. Mooie timing (en leuk stuk)
Zou het nou niet mooi zijn, als bier gewoon gezond was? In plaats van dat het je lever aantastte en je er katers van kreeg?
Uiteraard is (goed) bier gezond en bovenstaande is alleen van toepassing als er sprake is van drankmisbruik. Laten we daar niet van uitgaan; ieder teveel is niet goed.
De gewone drank in de Nederlanden, is het bier.
Het is heilzaam en voedend, als het goed bereid is.
(Militaire hygiène of Raadgevingen, betreffende de middelen, om de gezondheid der troepen te bewaren, 1818)