Verloren bieren – 2 – De bierkaart in 1880

Nederland vanouds een pilswoestijn? In binnen- en buitenland hebben allerlei biersoorten bestaan die we nu helemaal niet meer kennen. Maar hoe smaakten ze? Hoe zagen ze eruit? En waarom bestaan ze niet meer?

Voor we in allerlei verdwenen biersoorten gaan duiken, schets ik eerst even het Nederlandse bierlandschap in de negentiende eeuw. De tijd van gaslicht, paardenkarren en stoomtreinen. In tegenstelling tot wat je als bierliefhebber zou denken, was Nederland in die tijd alles behalve een pilswoestijn. In oude kranten valt prima terug te lezen wat de gemiddelde slijter in de negentiende eeuw in zijn assortiment had. Zo rond 1880 kon de bierdrinker kiezen uit de, vorige keer al genoemde, ons zo vreemd in de oren klinkende Nederlandse biersoorten als Princessenbier, Gersten, Dubbel Gersten, Minnebier en Jong Oud (hoe dit allemaal smaakte, daar kom dus ik later op terug).

De bierdrinker kon verder kiezen uit tamelijk recent in Nederland geïntroduceerde Duitse typen bier als Beijersch, Dortmunder, Münchener, Erlanger, Nürnberger en Lagerbier. Soms was dit import, maar vaak was het door Nederlandse brouwers gemaakt, zoals Van Vollenhoven, Heineken (sind 1873 onder deze naam) en Amstel (gesticht 1870). En voor de liefhebbers was er diverse import uit Engeland: ook in stadjes als Gorinchem, Roermond of Amersfoort werd er Engelse Pale Ale, Scotch Ale, Strong Ale, Porter en Extra Stout verkocht.

Er waren bij de vaderlandse kroegen en slijters dus aardig wat soorten te krijgen rond 1880. Er waren in Nederland dan ook zo’n vijfhonderd(!) brouwerijen actief. Sommige van hen maakten nog de traditionele biersoorten, andere waren overgegaan op het brouwen van ‘Beijersch bier’, ofwel Duitse ondergistende bieren.

Hoewel een aantal van de bovengenoemde biersoorten allang vergeten zijn, zien we in het aanbod ook wat namen die ons bekender voorkomen: Oud Bruin, Bokbier, Faro en zelfs Jopenbier. Dat laatste werd, gek genoeg, na ongeveer 1870 alleen nog maar door apotheken aangeprezen, en wel als ‘Echt Dantziger Doppel Jopenbier, voor zwakke, klierachtige en aan Engelsche ziekte lijdende kinderen.’ Proost…

Er was echter één grote afwezige in dit best aardige assortiment. Juist, België. Heel af en toe wilde er nog wel eens iemand ‘Gentsche Uitzet’ of een ‘Brusselsche Faro’ aanbieden, maar verder was Belgisch bier in onze streken totaal onbekend. En dat zou het nog wel even blijven.

Volgende week: wie schonk het eerste pils in Nederland en wanneer?


3 reacties op “Verloren bieren – 2 – De bierkaart in 1880”

  1. Marcel Plaatsman schreef:

    Belgisch bier werd in de 19e eeuw inderdaad nauwelijks gedronken in Nederland. Geen wonder: de Belgische biercultuur is grotendeels een twintigste eeuwse uitvinding. Natuurlijk werden er bij onze zuiderburen ook toen al faro’s en lambiekbieren gemaakt, maar ja, die hadden we in eigen land ook al, net als donkere bieren van hoge gisting en talloze imitaties van Duitse en Engelse stijlen. Geen reden tot import.

    Het is moeilijk voor te stellen, maar België was helemaal niet zo’n groot bierland in de 19e eeuw. Zelfs in het werk van Elsschot, toch al uit de 20e eeuw, drinken de personages stout en pale ale, meestal import. Van tripels was nog niks te merken, die stijl ontstond pas in 1933. Ook de geuze is een laatbloeier. De grote plas blonde bovengistende bieren, van tripel via abdijblond tot Duvel, was een tegenreactie op de pilseners die ook België veroverden, zoals sympathieke ambers als Palm en De Koninck weerstand moesten bieden aan al die Engelse pale ales die de personages uit Elsschots werk verzetten. En Laarmans maar vragen naar “echte stout”, dat was voor hem Guinness, gebotteld…

    Nee, de Belgische biercultuur waar we het altijd over hebben was net als de Nederlandse pilscultuur van de jaren ’80 een innovatie van nog geen honderd jaar oud, deels ook ingegeven door de beperkingen die de Belgische overheid aan de verkoop van jenever oplegde. Westvleteren ontstond in de jaren ’50. “Eeuwenoud” is een marketingterm, bij Brand, bij Stella, maar ook bij trappist.

  2. Freek schreef:

    Leuk Roel, méér aandacht voor de werkelijke biergeschiedenis.

    België, of de zuidelijke Lage Landen, hadden wel degelijk een eigen oude biercultuur. Zo vond ik ‘Poorter’ in het Mechelen van 1301 als benaming van bier. Een brouwers ordonnantie uit het Mechelen van 1460 heeft het over Coyten (Kuit bier). De ‘Chronycke van Mechelen’ uit 1514 noemt het Yepen bier van over zee (Jopen bier) en belast dat ‘drymaal’ zoveel als het Hoogaerts, Zoutleeuws en Londerzeels Bier. Later was op VOC schepen soms Luijks bier aan boord. Kortom, hetzelfde beeld als in Nederland; de biergeschiedenis is grotendeels vergeten en inderdaad de marketing creëert zijn geheel eigen fantasie-wereld. Aan ons de schone taak verdichtsel en werkelijkheid uit elkaar te houden.

  3. Eric schreef:

    Superleuk om te lezen. Dat deze serie columns maar lang mag duren. En misschien komt die Nederlandse(!) oorsprong van IPA nog aan bod? 😉

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *