Verloren bieren – 16 – Paulus Jonas
En vandaag een bier waarvan nog maar één flesje bewaard is gebleven. De kerstdagen komen er weer aan. De kachel snort en de hele familie zit genoegelijk bij elkaar. En wat is er knusser dan samen lekker warm bier drinken?
Euhm… Warm bier? Ja, dat is wat ze deden in Dordrecht in de goede oude tijd. ‘Menig Dordtenaar herinnert zich nog, dat het vroeger traditie was in de maand december bij De Sleutel een kinnetje Paulus Jonas te bestellen’, schreef J. Schrama, directeur van de Dordtse bierbrouwerij De Sleutel in 1964. ‘Evenals tegenwoordig het bokbier, was dit bier slechts korte tijd verkrijgbaar. Dit bier werd warm gedronken, men voegde bruine suiker, citroen en kruidnagelen naar smaak toe en liet het een uurtje op een zacht vuur trekken.’
Zoveel knusheid, je ramen beslaan toch al bij het idee? Toch moeten we van het mooie Oud-Hollandse Dordrecht in kerstsfeer eerst even helemaal terug naar de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring. In 1776 scheidden de Verenigde Staten zich af van het Britse koninkrijk en dat betekende oorlog. De Amerikaanse zeekapitein John Paul Jones won in 1779 ternauwernood de zeeslag bij Flamborough Head voor de kust van Yorkshire. Met zijn gehavende schepen zeilde hij naar (toen ook al) Amerikas trouwste bondgenoot: Nederland. Hij legde aan bij Texel, waar de Engelsen prompt een blokkade opwierpen.
Omdat hij voorlopig toch niet uit Nederland weg kon, besloot John Paul Jones een soort PR-tour te gaan maken naar Den Haag en Amsterdam. Het Hollandse volk liep uit om deze ‘kaperkapitein’ te komen zien en zong: ‘Daar komt Pauwel Jonas aan, ’t is zo’n aardig ventje, een geboorte-Amerikaan, gans geen Engels vrintje.’ En passant had het schip van Jones een van de allereerste Amerikaanse vlaggen gehesen, waarvan de Nederlanders een tekening maakten: een merkwaardige versie met niet alleen rode en witte, maar ook blauwe strepen. De vlag was blijkbaar nog niet helemaal gestandaardiseerd.
Hoe dan ook, ‘Daar komt Paulus Jonas aan, het is zo’n aardig ventje’ bleef de hele negentiende eeuw een bekend Hollands volksdeuntje. Maar hoe een Amerikaans kapitein via een volkswijsje zijn naam gaf aan een Dordts winterbier zal wel een raadsel blijven. Misschien heeft het iets te maken met het feit dat de in 1844 afgebroken Dordtse brouwerij De Bel een pakhuis had genaamd Paulus Jonas. De oudste vermelding die ik van Paulus Jonas als bier vond is in ieder geval van 1856, wanneer de Dordtse slijter J.G. Legel ‘weder, zoo als alle jaren, voorzien is van het zoogenaamd Pauls Jonas bier.’ Het werd door diverse brouwerijen in Dordrecht en omgeving geleverd vanaf ongeveer half december. Toen de Rotterdamse bierhandelaar J.A. van Olffen in 1890 flyers liet drukken om het ook in zijn stad aan de man te brengen kon hij zeggen: ‘Dit Bier verheugt zich te Dordrecht en omstreken sedert onheugelijke tijden in eene vermaardheid Vooral in den winter is het Oud-Bier in vele huiskamers een zeer geliefde drank, en wordt het niet alleen in onvermengden toestand, doch óók verwarmd, en met eene of andere bijmenging, die dienen moet om den geur te verhoogen, véél gebruikt.’
Leuk, maar wat was Paulus Jonas nou precies? Er is één flesje bewaard gebleven, thuis in Dordrecht bij een zoon van een medewerker van de brouwerij. Het bevat een donkergekleurde vloeistof. Een recept heb ik helaas niet ontdekt, maar veel negentiende-eeuwse advertenties omschrijven het als ‘Oud bier’, ‘Fijn oud’ of ‘Oud bruin’. Dit doet vermoeden dat we hier te maken hebben met een enkele jaren op vaten gerijpt bier, ongeveer zoiets als Maastrichts Oud (of ‘Mestreechs Aajt’) of Rodenbach. En dan eventueel versneden met vers bier met toevoeging van suiker en specerijen.
Na 1904 was brouwerij De Sleutel de enig overgebleven brouwerij in Dordrecht. Vanuit hun eeuwenoude pand in de binnenstad bleven ook zij nog Paulus Jonas maken, als aanvulling op hun inmiddels uitsluitend ondergistende assortiment van o.a. pils en bokbier. In de jaren dertig gaven ze zelfs nog een nieuwe slinger aan de publicitieit rond Paulus Jonas: er kwamen foldertjes met hoe men de warme versie moest bereiden, een prijsvraag en een brief aan alle Dordtse huisvrouwen waarin de dames werd aangeraden om vanwege de beperkte voorraad tijdig te bestellen. Opvallend is dat het woord ‘bier’ daarbij angstvallig werd vermeden: Paulus Jonas was de ‘ideale winterdrank’, maar op het etiket stond keurig het alcoholpercentage van 3 1/2 % vermeld. Uiteindelijk hielp de publiciteit niet: in december 1940 kwam Paulus Jonas voor het laatst op de markt. De Sleutel werd in 1953 door Heineken overgenomen en in 1968 gesloten. Tegenwoordig zit de Stadsbrouwerij Dordrecht op dezelfde locatie.
En ook al is het originele recept verloren gegaan, nu de kerst eraan komt kun je de Paulus Jonas-ervaring toch een beetje benaderen. Maak op een druilerige zondagmiddag een verregende wandeling door de mooie oude binnenstad van Dordrecht. Snuif de sfeer op van de scheve en groezelige oude pandjes in de Wijnstraat en aan de haven. Neem dan een paar flesjes Rodenbach (of een ander Vlaams Oud Bruin) en volg dan dit Dordts recept:
Men bereide het Paulus Jonas, zooals Uw voorouders dit reeds deden: zij namen een pan, schonken hierin de gewenschte hoeveelheid Paulus Jonas. Voegden hierbij per 1/2 liter ongeveer 30 gram blanke basterdsuiker (zoo noodig naar eigen smaak iets meer) en een schijf citroen of sinaasappel met een zestal kruidnagelen. Dit lieten zij een uurtje trekken op een zacht vuurtje (vooral niet koken). Dan wordt de Paulus Jonas warm opgediend zooals Bisschopswijn.
Fijne kerst maar weer!
Illustratie: origineel flesje Paulus Jonas, foto Aad Reijngoud
Met dank aan: Regionaal Archief Dordrecht, Jan Alleblas
December 16, 2013 at 12:07 | Permalink | Reply
Dat was dus ’n soort zopie, warm bier met meer we kennen het woord nog allemaal van Koek & Zopie, maar de traditie bestaat niet meer. Zo wordt bisschop tegenwoordig ook overal maar glühwein genoemd, wat zijn we toch hip.
In landen als Polen en Litouwen is warm bier nog steeds heel bekend en op de kerst- en wintermarkten aldaar kun je er dan ook aan laven. De receptuur komt op hetzelfde neer: opgewarmd bier met kruiden en specerijen erin. Misschien moeten we onze kerstmarkten voortaan ook maar door Polen laten bouwen, daar worden ze ’n stuk Nederlandser van.
Leuk, ik kwam ook al eens warm bier tegen in een soort wekelijkse vertelling over de figuren Louw en Krelis 18e eeuw.
23 December 1783.
De Pyp en de Tabak vindt gy nevens u, en myn Diewertje heeft een Kannetje met frisch Amsterdamsch Bier, in de voorgaande Maand November gebrouwen, op de plaat te warmen gezet, om er by tuschenpoozen den rook mee door de keel te spoelen.
Ja Roel, iets dergelijks bedoel ik dus.
Een nieuwe markt aangeboord???
Wie gaat het proberen en wanneer??
Mooie aanvullingen van Freek en Marcel!
Hoi Roel,
in de jaren 90 van de vorige eeuw heb ik nogal wat montagewerk in Zwitserland gedaan, we gingen dan voor een periode van 2 of soms 3 weken. In de weekenden dat we overbleven werd de zaterdagmiddag en de zondag gebruikt om wat rond te toeren. Tijdens een van deze ritjes kwamen we ergens in het cafe van een bergdorpje in de buurt van Appenzell terecht. Een tapinstallatie was er niet, alleen flessenbier, welk tot onze verbazing geserveerd werd in een wijnkoeler gevuld met heet water. Ook in Zwitserland dus warm bier, en in dit geval standaard pilsner.