Factcheck: Het Belgisch Bierboek

Factcheck: Het Belgisch BierboekHet Belgisch Bierboek is een imposant boekwerk. 704 pagina’s in kleur, 2 kilo’s zwaar, vol prachtige foto’s. Het boek dat de Belgische biercultuur en -traditie verdient, zou je denken. In september, toen het uitkwam, sprak ik toevallig een van de auteurs, Luc de Raedemaeker. Hij had het boek bij zich, hij kon het nog net dragen. Ik sloeg het open en meteen brak het koud zweet me uit. Het boek bevat de ergste verzameling klinkklare kletskoek over biergeschiedenis die ik ooit bij elkaar heb gezien.

Echt, ik wil geen negatieveling worden die overal over zeikt. Vooropgesteld dus: de Belgische biercultuur is de beste ter wereld. Nergens is er op zo’n klein oppervlak zoveel biergenot en -verscheidenheid bewaard. België heeft diverse brouwmethoden en bieren in z’n eentje bewaard die anders voorgoed verloren zouden zijn gegaan. Ondanks het geweld van Jupilerpils en drommen biertoeristen (probeer in Brugge maar eens een straat zonder toeristenbierwinkel te vinden) blijft het goede Belgische biercafé een oase en een veilige haven om naartoe uit te wijken in barre tijden. Een prachtige biercultuur verdient goede geschiedschrijving. Waarom krijgt België dat dan niet? Het Belgisch Bierboek bevat 35 pagina’s gewijd aan ‘Biergeschiedenis’. 35 pagina’s aperte lariekoek.

Uiteraard begint het met die eeuwige vaststelling dat mensen in de Middeleeuwen bier dronken omdat het water vervuild was, ja, ‘rivieren, sloten en grachten waren open riolen’. Wat niet waar is. (Echt niet? Nee. Ik kom er nog wel een keer op.)[1] Vervolgens gaan auteurs De Raedemaeker en Verdonck door over de monniken, want abdijen ‘werden het kenniscentrum van de bierwereld’. Interessant, want ik heb nog nooit een Middeleeuwse door monniken geschreven verhandeling over bier gezien. Behalve dan eentje waarin monniken Belgisch bier betitelden als ‘tweemaal gekookt Maaswater’, en dat was geen compliment. Ook daar kom ik nog wel een keer op terug.

Natuurlijk krijgt de Brabantse hertog Jan I een vermelding als ‘Jan Primus’, maar dat fabeltje heb ik al een keer besproken. Nee, ik wou het even hebben over deze passage:

‘Keizer Karel IV (1316-1378) vaardigde in 1364 de Novus Modus Fermentandi Cerevisiam uit. De nieuwe brouwmethode vereiste het gebruik van hop. De verplichting gold in het Heilig Roomse Rijk (het toenmalige Duitse Rijk), waartoe ook Rijks-Vlaanderen (Vlaanderen ten oosten van de Schelde) behoorde. Voortaan onderscheidden de bieren uit Rijks-Vlaanderen en Brabant zich van Vlaamse bieren. Voor bieren gebrouwen ten westen van de Schelde bleef het gruitrecht bestaan, net als verzurende vergisting.’[2]

Waar te beginnen? Eerst maar eens teruggaan naar de originele Latijnse tekst waar De Raedemaeker en Verdonck naar verwijzen. Vertaald staat er in het originele document uit 1364, een oorkonde van keizer Karel IV gericht aan Jan van Arkel, bisschop van Utrecht:

‘Nu is echter de afgelopen dertig of veertig jaar de nieuwe manier van bierbrouwen (‘novus modus fermentandi cervisiam’) bij de inwoners zo gaan overheersen, namelijk door het toevoegen van een zeker kruid, dat hop of ‘hoppa’ wordt genoemd, dat de bisschop van Utrecht grotendeels een vermindering leidt in de inkomsten die hij uit de distributie van gruit gewend was te krijgen.’[3]

Klinkt dit als het ‘uitvaardigen’ van een brouwmethode? Klinkt dit als een ‘verplichting’? Helemaal niet natuurlijk. De keizer beschrijft wat er allang aan de gang was. In de rest van het document verplicht hij niemand iets, maar geeft hij de bisschop toestemming om in het gebied waar hij wereldlijke macht heeft (het Sticht Utrecht), belasting op hopbier te heffen, zodat de bisschop gecompenseerd wordt voor het verlies dat hij lijdt doordat mensen minder gruit bij hem zijn gaan kopen. Gruit was namelijk een kruidenmengsel dat brouwers en brouwsters gebruikten voordat het gebruikelijk werd om hop in bier te doen.[4]

Munt met afbeelding van Jan van Arkel, bisschop van Utrecht. Bron: nederlandsemunten.nlKarel IV verplichtte dus niemand om hop te gebruiken, sterker nog, dat was allang aan de gang. Ook de door Verdonck en De Raedemaeker beschreven effecten zijn aperte onzin. Om te beginnen werd gruit niet verboden, niet in het Sticht Utrecht en nergens niet. Nog in de jaren 1399 tot 1412 is er verkoop van gruit bekend in Zwolle, dat toch echt in het Sticht Utrecht lag. In Duisburg gebeurde dat nog in 1447.[5]

De bewering over Vlaanderen, Rijks-Vlaanderen en Brabant is helemaal gezwets: die gebieden worden in de oorkonde helemaal niet genoemd, en de oorkonde had niets te maken met het Heilige Roomse Rijk als geheel. Als je er even over nadenkt is het sowieso onzin: alsof men ten westen van de Schelde niet met hop ging brouwen. Waar liggen die grote hopvelden van Poperinge dan? En al in 1351 was er in Brugge sprake van hopbier.[6] De onderliggende suggestie is, dat de huidige, weinig gehopte zure Vlaamse rode en bruine oude bieren door deze regeling zouden zijn ontstaan. In werkelijkheid dateren deze echter waarschijnlijk uit de achttiende en negentiende eeuw (evenals vergelijkbare bieren in Engeland en Nederland), en alsof men ten oosten van de Schelde geen zure bieren kent. (…kuch – lambiek – kuch…)

De -niet geheel terecht- trotse auteurs. Bron: twitterDat is nog wel mijn grootste probleem met dit fantasieverhaaltje: dat iedereen, ook zonder veel historische kennis, erdoorheen had kunnen prikken. In plaats daarvan nemen Verdonck (auteur van twintig boeken, oprichter van beertourism.com) en De Raedemaeker (docent ‘bierkunde’, lid van het British Guild of Beer Writers, hoofdredacteur van twee bladen) zo’n onzinverhaal klakkeloos over. En dan lees ik nog op de website van de uitgever dat De Raedemaeker zo gewaardeerd wordt ‘om zijn uitgebreide bierkennis en zijn kritische geest.’ Hou toch op…

Die quote ‘novus modus fermentandi cervisiam’ en dat verhaaltje over die linker- en rechteroever van de Schelde staan intussen ook op de toeristische site visitflanders.com, en het kwam al voor in het boek bij de tv-serie Tournée Générale. Via dat laatste belandde het zelfs waar het al helemaal niet thuishoort, in wetenschappelijke literatuur![7]

Met de onzin die in Het Belgisch Bierboek over biergeschiedenis wordt gedebiteerd, kan ik met gemak nog vier afleveringen ‘Factcheck’ schrijven. En misschien doe ik dat ook nog wel. Intussen houdt het mijzelf ook bij de pinken: als ik anderen zo de maat neem, dan moet ik ook kritisch zijn op mezelf. Ik betrap mijzelf ook wel eens op een fout in een eerder artikel. Ik blijf m’n best doen om niet alleen de onzinverhalen te ontzenuwen, maar tegelijkertijd zelf geen nieuwe onjuistheden de wereld in te brengen…

[1] Maar lees alvast even de bevindingen van Martyn Cornell: http://zythophile.co.uk/2014/03/04/was-water-really-regarded-as-dangerous-to-drink-in-the-middle-ages/.

[2] Erik Verdonck en Luc De Raedemaeker, Het Belgisch Bierboek, Tielt 2016, p. 46.

[3] John Beckmann, A History of Inventions and Discoveries, volume IV, Londen 1814, p. 337. Mijn vertaling uit het Latijn.

[4] Het gemak waarmee gruit ingewisseld werd voor hop bewijst dat het weinig meer kon zijn dan een kruidenmengsel, al zijn er aanwijzingen dat de verkoop van gruit gepaard ging met nog meer activiteiten waarbij ketels en brandstof kwamen kijken.

[5] R.E. Kistemaker en V.T. van Vilsteren (redactie), Bier! Geschiedenis van een volksdrank, Amsterdam 1994, p. 24-26; G. Doorman, De Middeleeuwse brouwerij en de gruit, Den Haag 1955, p 40.

[6] Doorman, De Middeleeuwse brouwerij en de gruit, p. 17, 79.

[7] Geert Degrande, Tournée Générale. De geheimen van het Belgisch bier, Leuven 2009, aangehaald in: Eline Poelmans en Johan F.M. Swinnen, ‘A brief economic history of beer’, in: Johan F.M. Swinnen (red.), The economics of beer, Oxford / New York 2011, p. 3-28, hierin p. 9.


8 reacties op “Factcheck: Het Belgisch Bierboek”

  1. Senna schreef:

    Haal ik er even Raf Meert bij? Hij zou moeten kunnen tekeer gaan tegen dit soort onzin en Ons Apenlandje even moeten terechtwijzen.

    Echt waar, het is een geluk dat er nog mensen zijn zoals jij en anderen met een kritische geest. Waarvoor dank. We hopen alvast dat jullie blijven doorgaan daarmee, het is nodig.

    Al ben ik zelf ook al een aantal keer in die verhalen getrapt. En heb ze zelfs verspreid. Niet allemaal, we blijven kritisch, maar wat moet een mens dan wel geloven/vertellen?

    Heb je naast de hierbovenstaande referenties enige aanraders voor wat degelijke biergeschiedenis? Over monniken of water of gruit en dergelijke zaken, in het Engels of Nederlands?

  2. Roel Mulder schreef:

    Hallo Senna, nog even geduld maar het komt eraan: http://www.unieboekspectrum.nl/boek/9789000355730/Verloren-bieren-van-Nederland/
    🙂

  3. Ivan Derycke schreef:

    Ik heb dit Belgisch bierboek niet gelezen, maar in ieder geval wat betreft de problematiek van het zuivere water is de bewijslast althans in Antwerpen overweldigend maar dan vanaf de 15de eeuw. De verzilting van de Schelde door het doorbreken van de Honte en de vervuiling van de ruien en vlieten en vestingen zijn stevig gedocumenteerd. Er werden ook acties ondernomen om op zijn minst de brouwerijen van zuiver water te voorzien. En in buurdorp Deurne klaagde men er in de 18de eeuw over dat men geen kleinbierbrouwerij mocht oprichten omdat water enkel voor dieren is. Dat daar een bedoeling achter zat is duidelijk, maar de stad haastte zich wel om de Antwerpse brouwers er toch op aan te spreken dat ze ook in Deurne voldoende klein bier zouden leveren. Tot de Antwerp Water Works had het brouwershuis/waterhuis een quasi monopolie op de watervoorziening. Putten waren geïnfecteerd met herhaalde cholera-uitbraken tot gevolg. Dus ja, naargelang het ancien régime vordert en tot een heel eind in de negentiende eeuw was goedkoop klein bier levensnoodzakelijk voor iedereen. Zelfs het stadspatriciaat liet het brouwen voor zichzelf.

  4. Roel Mulder schreef:

    Hallo Ivan,
    Leuk dat je meeleest. Wat het al dan niet vuile water betreft, ik heb me eerlijk gezegd vooral op de Nederlandse situatie gebaseerd, waar in de steden het oppervlaktewater over het algemeen pas in de 17e eeuw verslechterde.
    De heren Verdonck en De Raedemaeker doen hun uitspraken echter expliciet over de Middeleeuwen, en noemen als redenen voor de ondrinkbaarheid ook niet de verzilting, maar de ‘open riolen’ met daarin ‘ziektekiemen’. Daar klopt helaas niet veel van, vrees ik.

    • Ivan Derycke schreef:

      Beste Roel,

      ik kan mij best voorstellen dat middeleeuwse Vlaamse grootsteden zoals Brugge en Gent inderdaad al vrij vroeg te kampen hadden met vervuilde wateren en waterputten die te dicht bij weerdribben en privaten lagen. Mogelijk dat de publicaties van de lokale historische verenigingen en de diensten stadsarcheologie daar een klare kijk op geven.

  5. Roel Mulder schreef:

    Hallo Ivan, dat is best mogelijk. In ieder geval mikten ze de vuiligheid niet zomaar in de gracht, zoals de ‘open riolen’ die worden gesuggereerd. In ieder geval kende men in Brugge ook beerputten, en werd er in de 17e eeuw daar toezicht gehouden op de straatreiniging en op de vuilverwijdering. In de 19e eeuw kwamen ‘beerboeren’ er de beerputten legen.
    Het geeft de naam ‘Het Brugs Beertje’ wel een beetje een andere lading…
    Zie dit proefschrift waarin de Brugse situatie wordt genoemd: http://www.rug.nl/research/portal/files/2388448/27285_Proefschrift_Van_Oosten.pdf

  6. Roel Mulder schreef:

    Hallo Ivan, ik lees bij Raymond van Uytven, Geschiedenis van de dorst, p. 83: ‘Veel oppervlaktewater [in Vlaanderen in de 15e eeuw] was in het binnenland verontreinigd door het afvalwater van de vele steden en door het roten van vlas. Door de te sterke getijdenwerking was trouwens het rivierwater tot diep in het binnenland te zilt voor de brouwers’. Blijkbaar was e.e.a. in Vlaanderen dus een groter probleem dan in Holland. Kijk, hier leer ik nog eens wat van 🙂

  7. John schreef:

    Al die mythes die worden doorgeprikt… maar hoe ontstaan die geromantiseerde verhalen? Is nu echt Tournee General en dergelijke echt allemaal fictie?

    Nog even en je komt met een artikel dat Pierre Celis eigenlijk Gerard van den Broek was…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *